In 2011 heeft een chirurg een operatie uitgevoerd aan de rechterhand van een vrouw. Partijen twisten over de vraag of er sprake was van een triggerfinger of dwangstand van de ringvinger. Er is behandeld met een immobiliserende spalktherapie, volgens de chirurg de aangeboden nazorg bij een dwangstand van de ringvinger. Volgens de vrouw heeft de spalktherapie ervoor gezorgd dat de ringvinger en twee naastgelegen vingers rond het operatiegebied zijn komen vast te zitten. De vrouw lijdt hierdoor (onnodig) functieverlies van de vingers en heeft veel pijn. De vrouw vordert dat het Gemeenschappelijk Hof de chirurg veroordeelt tot betaling van een immateriële en materiële schadevergoeding. Het Gerecht heeft, na meerdere tussenvonnissen en een uitgebracht deskundigenbericht, geoordeeld dat de door de chirurg voorgeschreven nabehandeling niet aan de eisen voldeed. Het Gemeenschappelijk Hof overweegt dat het precieze feitelijke verloop van de nabehandeling vast moet komen te staan voordat beoordeeld kan worden of de nabehandeling is gedaan op een wijze die van een redelijk handelend en redelijk bekwaam arts in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Het rapport van de deskundige geeft op dit onderdeel onvoldoende inzicht en het verloop van de nabehandeling is betwist tussen partijen. Van belang is dat nu door een deskundige allereerst een nauwkeurig chronologisch overzicht (van dag tot dag) wordt gemaakt van de nabehandeling vanaf het moment van de operatie in 2011. Beantwoording van alle vragen kan het beste plaatsvinden in een deskundigenbericht. Het Gemeenschappelijk Hof is voornemens te bepalen dat de chirurg het door de deskundige te vragen voorschot moet betalen. Weliswaar rust op de vrouw de bewijslast van de gestelde beroepsfout, maar de chirurg heeft onvoldoende zorgvuldig daarop gereageerd (hoewel het in zijn mogelijkheden lag wel, eenduidig, de juiste informatie te verschaffen) door telkens wisselende standpunten in te nemen over de tijdlijn en de precieze inhoud van de door hem voorgeschreven nabehandeling en (kennelijk) daarover geen nauwkeurige aantekeningen bij te houden. De uiteindelijke uitkomst van de procedure zal bepalen welke partij de kosten definitief dient te dragen. Partijen zullen zich bij akte kunnen uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige, de aan deze te stellen vragen en wat zij overigens nog van belang achten in verband met die benoeming. In afwachting van de uitlating van partijen wordt iedere verdere beslissing aangehouden.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 06-05-2025