Een vrouw heeft trombose gekregen door gebruik van de anticonceptiepil die de vrouw voor haar acne gebruikte. De rechtbank heeft in haar vorige tussenvonnis een deskundigenbericht gelast om te kunnen vaststellen of er sprake is van medische aansprakelijkheid van de huisarts. De deskundige heeft zijn rapportage ingediend. Partijen hebben daarop gereageerd. De rechtbank neemt de overwegingen en de conclusies van de deskundige over en is van oordeel dat de huisarts niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam huisarts mocht worden verwacht en dat de huisartsenpost als zorgverlener/opdrachtgever van de huisarts aansprakelijk is. De rechtbank oordeelt dat in de gegeven situatie geen anticonceptiepil had mogen worden voorgeschreven. Er was immers geen anticonceptiewens en er waren relatieve contra-indicaties voor het gebruik van anticonceptie, gezien de belaste familieanamnese van de vrouw ten aanzien van trombose. Deze informatie was tevens verstrekt door de moeder van de vrouw. Over het verhoogde risico op trombose bij gebruik van de anticonceptiepil is onvoldoende geïnformeerd. Aldus is gehandeld in strijd met de NHG-Standaarden Acne en Anticonceptie. Daarbij is ook in strijd met de professionele standaard gehandeld omdat bij de klachten van benauwdheid en ventilatieproblemen van de vrouw niet had mogen worden nagelaten met spoed verder onderzoek naar een verklaring te doen. De omkeringsregel is van toepassing op de normschending van de NHG-Standaarden Acne en Anticonceptie. De huisarts heeft naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk gemaakt, dat de schade bij de vrouw ook zónder de beroepsfout van de huisarts kan zijn ontstaan. Naar oordeel van de rechtbank is er onzekerheid over de vraag of de op zichzelf vaststaande beroepsfouten de schade hebben veroorzaakt. Zowel het voorschrijven (en het gebruik door de vrouw) van Microgynon-30, het niet laten verrichten van nader spoedonderzoek als de erfelijke stollingsziekte AT-III van de vrouw kunnen immers de gezondheidsschade van de vrouw hebben veroorzaakt, althans aan het niet voorkomen daarvan hebben bijgedragen. Nadere inlichtingen zijn nodig om te kunnen bepalen tot hoever hun aansprakelijkheid voor de schade strekt, gelet op het feit dat bij de vrouw de erfelijke aandoening AT-III-deficiëntie (AT-III) en atrium septum defect (het ASD) is vastgesteld.
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 25-06-2025