Strafrecht. De verdachte heeft zijn 22-jarige partner circa 258 keer gestoken/gesneden, waardoor zij is overleden. Het zoontje, de moeder en de jongere zus van het overleden slachtoffer hebben zich als benadeelde partijen gevoegd in het strafproces. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen in drie tabellen verwerkt. Het zoontje krijgt slechts € 10.000 van de gevorderde € 88.011,53 toegewezen qua levensonderhoud tot 21 jaar. De rechtbank overweegt dat dit een substantiële vordering van complexe aard is waarvan de omvang zich niet eenvoudig laat vaststellen. Partijen moeten de gelegenheid krijgen om hier een debat over te voeren, waarvoor in deze procedure geen ruimte is. Aan de orde zouden onder meer kunnen komen de vraag in hoeverre uitkeringen die eiser tot zijn 21e zal ontvangen, overlappen met deze schadepost. De rechtbank vergoedt daarom schattenderwijs een deel. De € 30.000 aan gevorderde immateriële schade voor aantasting in de persoon is niet-ontvankelijk. De rechtbank stelt vast dat niet kan worden vastgesteld of het zoontje, die pas enkele weken oud was toen zijn moeder overleed, geestelijk letsel heeft ondervonden. Gesteld wordt dat het kindje moet opgroeien zonder moeder, daardoor in de toekomst psychisch letsel zal ontwikkelen, en daarom recht heeft op schadevergoeding. Voor zover deze schadepost overlapt met affectieschade (elders gevorderd), is deze niet-ontvankelijk. Andere schade die het gevolg is van de onrechtmatige daad jegens de overledene komt – gelet op het limitatieve en exclusieve karakter van artikel 6:108 BW – niet voor vergoeding in aanmerking. De moeder van het overleden slachtoffer vordert € 40.000 aan schokschade, maar krijgt maar € 5.000 toegekend. De rechtbank overweegt dat de post slechts summier is onderbouwd maar dat het aannemelijk is, gelet op het ernstig zichtbare letsel van het slachtoffer, dat de moeder een heftige emotionele schok heeft ondervonden bij de confrontatie met het lichaam. De jongere zus van het slachtoffer vordert € 20.000 aan schokschade. Zij krijgt net zoals haar moeder maar € 5.000 toegekend.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 30-07-2025