Heropende zaak na ambtshalve doorhaling. Gedaagde heeft inhoudelijke bezwaren tegen het door eisers overgelegde rapport over de omvang van de overlijdensschade.

Appellante 1 en appellant 2 c.s./Gemeente Brunssum c.s.

Toewijzing schadevergoeding in civiele procedure na vernietiging besluit Gemeente Brunssum c.s. door rechtbank. Schadevergoeding blijft beperkt tot wettelijke rente.

De kern van het geschil betreft de toedracht van de fysieke confrontatie tussen benadeelde en haar toenmalige partner, terwijl zij ’s nachts samen in bed lagen. Indien wordt uitgegaan van de toedracht van benadeelde, dan is naar ’s hofs oordeel onrechtmatig gehandeld jegens benadeelde. Uitgaande van de toedracht zoals door haar voormalig partner gesteld, is dit niet het geval. Het hof oordeelt dat benadeelde de door haar gestelde feiten niet heeft bewezen. Zij heeft haar stellingen wel voldoende onderbouwd om tot bewijslevering te worden toegelaten.

Nabestaanden van het slachtoffer vorderen van haar moordenaar vergoeding van materiële en immateriële schade. Het hof acht zowel overlijdensschade als shockschade toewijsbaar.

De verdachte wordt veroordeeld wegens verkrachting en het daarna doden van het slachtoffer, opdat de verkrachting ongestraft zou blijven (gekwalificeerde doodslag). Drie benadeelde partijen, de ouders en de broer van het slachtoffer, hebben zich met hun vordering als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Zij vorderen ieder een bedrag aan schadevergoeding ter hoogte van € 31.740, bestaande uit € 1.740 aan materiële schade (kosten voor de grafrechten en onderhoud van het graf) en € 30.000 aan immateriële schade, waaronder shockschade.

Botsing tussen motor en personenauto. Motorrijder loopt letselschade op. Rechter stelt eigen schuld vast op 10% en verzoekt om nadere stukken ten behoeve van een comparitie.

De rechtbank veroordeelt drie mannen voor onder meer openlijke geweldpleging, gericht op één slachtoffer en diens familie. Het slachtoffer heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding voor een bedrag van € 3.800,93 (waarvan € 2.500 aan smartengeld).

De verdachte wordt veroordeeld wegens poging tot doodslag op zijn ex-partner. Het slachtoffer voegt zich als benadeelde partij met haar vordering tot schadevergoeding, welke deels wordt toegewezen.

In deze whiplashzaak vordert de verzekeraar een verklaring voor recht dat het ongeval niet heeft geleid tot blijvende klachten. In reconventie vordert gedaagde onder meer veroordeling van de verzekeraar tot vergoeding van schade, nader op te maken bij staat. De rechtbank oordeelt dat de klachten van gedaagde door het ongeval zijn veroorzaakt en geeft gedaagde de opdracht om de door hem gestelde schade te onderbouwen.

In twee zaken worden de verdachten veroordeeld wegens ontuchtige handelingen met een minderjarige prostituee. Het slachtoffer voegt zich met haar vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij. Het slachtoffer wordt in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard, omdat ‘voor de verdediging in het kader van een civiele procedure meer juridische instrumenten beschikbaar zijn om op een adequate wijze de vordering te betwisten’.