Strafrecht. Verschillende veroordelingen voor mensenhandel ten aanzien van slachtoffers die in de prostitutie werkten. De rechtbank is van oordeel dat uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat slachtoffer 1 en slachtoffer 2 schade hebben geleden als rechtstreeks gevolg van de ten aanzien van verschillende verdachten bewezenverklaarde feiten. Het is een feit van algemene bekendheid dat de inbreuk op de fysieke integriteit die samenhangt met de seksuele handelingen en het gevoel van onmacht om zichzelf uit de situatie te onttrekken bij de slachtoffers psychische schade veroorzaken. De rechtbank is van oordeel dat voor iedere maand dat de benadeelde partijen zijn uitgebuit, een bedrag van € 1.000 aan immateriële schade naar billijkheid toewijsbaar is.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 28-09-2018