Gezondheidsrecht. Appellante vordert € 5.000 aan immateriële schadevergoeding wegens tekortschieten in de nazorg, met name na bekend worden met fraude met PIP-prothesen. Op basis van de stellingen van partijen acht het hof zich nog onvoldoende voorgelicht om te kunnen beoordelen of en, zo ja, welke gezondheidsklachten van appellante het gevolg zijn van het niet spoedig verwijderen van de protheses. Daartoe zal nader (deskundigen)onderzoek noodzakelijk zijn. Het hof houdt iedere beslissing aan en verwijst de zaak naar de rol.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 19-12-2017