Naar boven ↑
8.423 resultaten

Rechtspraak

PS 2025-0163

De verdachte krijgt een levenslange gevangenisstraf voor het medeplegen van een viervoudige moord in 2018. Er zijn twintig vorderingen door benadeelde partijen ingediend. Het hof behandelt de vorderingen inhoudelijk. Het hof overweegt dat de vier slachtoffers allen opzettelijk en met voorbedachten rade op nietsontziende en koelbloedige wijze zijn geëxecuteerd. Het toegebrachte leed aan de nabestaanden is intens en onmetelijk. Vanuit dit gezichtspunt bezien bestaat er zonder meer aanleiding tot vergoeding van shockschade. Ook de aard en de hechtheid van de relatie tussen de overleden slachtoffers en hun nabestaanden zouden daartoe aanleiding geven. Immers, alle benadeelde partijen die shockschade vorderen, staan in een hechte – familierechtelijke – relatie tot de slachtoffers omdat ze hun vader, moeder, kind, partner of broer en zus zijn. Het hof acht verder voldoende onderbouwd dat de nabestaanden na de moord op de slachtoffers allen op hun eigen wijze zijn geconfronteerd met de gevolgen van het handelen van verdachte. De nabestaanden zijn allen geconfronteerd met het gehavende lichaam van hun familielid, nadat deze was vermoord. Zo’n confrontatie met het levenloze lichaam met gehavend hoofd en/of gezicht moet heftig en ronduit schokkend zijn geweest. Daarnaast zijn de nabestaanden al dan niet ongewild geconfronteerd met (de heftige details van) de moord op hun familielid via de berichtgeving in de media. Het standpunt van de verdediging dat de nabestaanden de shock hadden kunnen voorkomen door het lichaam van hun geliefde niet te bekijken, volgt het hof niet en is ook niet relevant.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Zwolle), 28-02-2025