Werkgeversaansprakelijkheid. Eiser is een arbeidsongeval overkomen tijdens het lossen van vrieskisten, met als gevolg dat twee tenen geamputeerd moesten worden. Werkgever heeft niet aan haar zorgplicht voldaan, mede omdat geen veiligheidsschoenen ter beschikking zijn gesteld. Werkgever moet gederfde inkomsten (NAf 11.007) en immateriële schadevergoeding (NAf 9.000) vergoeden.

Strafrecht. Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een woningoverval op een bejaard echtpaar. Verdachte en een van de mededaders hebben zich voorgedaan als politieagenten. Toewijzing € 6.500 en € 5.000 immateriële schadevergoeding wegens psychisch letsel.

Eiser vordert (im)materiële schadevergoeding wegens aardbevingsschade. De rechtbank past de beantwoording toe van een aantal prejudiciële vragen die in verband met de aardbevingsproblematiek aan de Hoge Raad zijn gesteld. De rechtbank wijst de vordering af wegens gebrek aan onderbouwing.

Tussenvonnis. Eiser vordert (im)materiële schadevergoeding wegens aardbevingsschade. Alvorens (inhoudelijk) verder te beslissen, stelt de rechtbank partijen in de gelegenheid om door middel van een akte aan te geven of, en zo ja, welke betekenis het arrest van 19 juli 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1278) voor deze zaak heeft. De zaak wordt naar de rol verwezen.

Deelgeschil. Verzoekster is betrokken geweest bij twee aanrijdingen. Zij verzoekt een voorschot van ASR (regelend verzekeraar) en een verklaring voor recht dat de klachten in juridisch causaal verband staan tot het ongeval. De rechtbank wijst de verzoeken toe. Vanwege het sterke temporele verband tussen de klachten en het ontbreken van een aannemelijk geworden concrete alternatieve oorzaak van de klachten acht de rechtbank het juridisch causaal verband bewezen. De rechtbank acht een voorschot van € 20.000 redelijk voor de opgelopen studievertraging.

Deelgeschil over toedracht verkeersongeval tussen motorrijder en WAM-verzekeraar. Over eigen schuld vanwege het niet dragen van een helm overweegt de rechtbank dat enkel de ernst of omvang van de schadelijke gevolgen daarvan door de motorrijder zelf kan zijn vergroot. De (mogelijke) eigen schuld aan de omvang van de schade verdient geen doorwerking op de aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke kosten.

Appellante kent geïntimeerde al enkele jaren, omdat geïntimeerde haar herhaaldelijk heeft bijgestaan in verschillende zaken. Appellante vordert een verklaring voor recht dat geïntimeerde toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van een overeenkomst van opdracht tot het aansprakelijk stellen van de dader en/of zijn ouders voor de door haar als gevolg van de mishandeling geleden schade. Het hof oordeelt dat appellante niet is geslaagd in het bewijs van het bestaan van een overeenkomst van opdracht tot aansprakelijkstelling. 

Overheidsaansprakelijkheid. De Staat is voor twintig procent aansprakelijk voor een deel van de onvergoed gebleven schade die nabestaanden en slachtoffers van de vliegramp in Faro hebben geleden. De hoogte van het schadebedrag moet per individuele eiser worden vastgesteld in een schadestaatprocedure.

Motortankschip overvaart motorjacht. Eiser 3 is gered, maar de schipper-eigenaar en zijn echtgenote zijn overleden. Bij weging van de wederzijdse fouten die oorzakelijk zijn voor de aanvaring komt de rechtbank tot een verdeling van negen/tienden aan de zijde van het motortankschip.Echter, gelet op de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten en op de ernstige gevolgen van de aanvaring aan de zijde van het motorjacht, vervalt de vergoedingsplicht aan de zijde van de eisers geheel.

Strafrecht. Dodelijk ongeval. Verdachte heeft met een te hoge snelheid via een verkeerde rijstrook door rood gereden. Hij heeft een jongen op een snorfiets aangereden, de jongen is kort daarna overleden. Toewijzing overlijdensschadeposten, waaronder vliegtickets naar de begrafenis in Marokko.