Bromfietser is op zijn zestiende aangereden door een auto. Na een uitspraak in deelgeschil (2013) zijn partijen doorgegaan met onderhandelen en deskundigenonderzoeken. Midden 2017 is Allianz alsnog een bodemprocedure gestart tegen geïntimeerde naar aanleiding van de beslissing in deelgeschil. Allianz heeft toen ook aan de rechtbank gevraagd om tussentijds hoger beroep tegen deze beslissing in te mogen stellen, hetgeen de rechtbank bij vonnis van 2 augustus 2017 heeft toegestaan. Daarover gaat dit geschil. Het hof oordeelt dat Allianz bij geïntimeerde het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat Allianz berustte in de beslissing in deelgeschil en dit oordeel niet in een bodemprocedure alsnog aan de orde zou (willen) stellen. Het hof verklaart Allianz niet-ontvankelijk.

Strafrecht. Twee mannen zijn in het holst van de nacht een woning van een gezin binnengedrongen. De daders waren verkleed als politieagent. In het bijzijn van de twee kinderen van het gezin kregen de vader en moeder een wapen tegen het hoofd gedrukt en werd om geld geschreeuwd. Aan elk van de gezinsleden komt € 2.500 immateriële schadevergoeding toe. De daders zijn hoofdelijk aansprakelijk.

Scooterbrand in portiekflat waarbij eiser zware brandwonden heeft opgelopen. Eiser vordert onder andere een verklaring voor recht dat Pre Wonen (woningcorporatie) en gedaagde (eigenaar scooter) hoofdelijk aansprakelijk zijn voor zijn schade. De rechtbank wijst de vorderingen af. De scooter van gedaagde heeft de vluchtweg niet belemmerd. Ook was het voor gedaagde geen redelijk voorzienbaar gevolg dat na het parkeren onder de trap, de scooter in brand gestoken zou worden. Voor de gestelde normschending van Pre Wonen heeft eiser onvoldoende feiten of omstandigheden naar voren gebracht die de conclusie wettigen dat Pre Wonen meer had kunnen en moeten doen om ervoor te zorgen dat het trapportaal leeg was.

Deelgeschil. Botsing tussen twee auto’s. Verzoeker verzoekt National Academic (verzekeraar achteroprijder) te gebieden mee te werken aan neuropsychologisch onderzoek en zowel de kosten van dit onderzoek als de buitengerechtelijke kosten te betalen. Verklaring voor recht wordt afgewezen, omdat geen overeenstemming is bereikt over de vraagstelling of de inhoud en reikwijdte van de expertise. De buitengerechtelijke kosten worden deels toegewezen.

Deelgeschil. Vaststellingovereenkomst tussen slachtoffer van verkeersongeval en verzekeraar. Verzoekster verzoekt in deelgeschil om betaling van € 11.784 aan onbetaalde buitengerechtelijke kosten. Het verzoek wordt afgewezen, omdat de verzochte beslissing niet kan bijdragen aan het vlot trekken van enige buitengerechtelijke onderhandelingen en de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

Strafrecht. Twee mannen zijn in het holst van de nacht een woning van een gezin binnengedrongen. De daders waren verkleed als politieagent. In het bijzijn van de twee kinderen van het gezin kregen de vader en moeder een wapen tegen het hoofd gedrukt en werd om geld geschreeuwd. Aan elk van de gezinsleden komt € 2.500 immateriële schadevergoeding toe. De daders zijn hoofdelijk aansprakelijk.

Verzekeringsrecht. Uitleg arbeidsongeschiktheidscriterium in verzekeringsovereenkomst. Zonder nadere toelichting hoeft een normaal geïnformeerd en redelijk oplettende consument zonder bijzondere kennis van het verzekeringsrecht niet te begrijpen dat met de omschrijving van het begrip ‘arbeidsongeschiktheid’ in de overeenkomst wordt afgeweken van de binnen de verzekeringsbranche vastomlijnde betekenis van het begrip ‘arbeidsongeschiktheid’.

Deelgeschil. Botsing tussen motorfiets en scooter. De scooterrijder heeft hierbij knieletsel opgelopen. Scooterrijder verzoekt een verklaring voor recht dat Univé (WAM-verzekeraar motorfiets) gehouden is de gehele schade te vergoeden. De rechtbank wijst het verzoek toe. De aanrijding is feitelijk het gevolg van meerdere ernstige, verkeersfouten van de motorfietser, die een uitzonderlijk gevaarlijke verkeerssituatie in het leven hebben geroepen (o.a. te hard rijden en via de vluchtheuvel een auto inhalen).

Deelgeschil. Fietser is tijdens een toertocht ten val gekomen. De fietser verzoekt een verklaring voor recht dat sprake was van een gebrek aan de weg en dat het causaal verband tussen dit gebrek en de val is aangetoond. De rechtbank wijst het verzoek af, omdat verzoeker onvoldoende heeft onderbouwd dat ter plaatse sprake was van een ondeugdelijke weg. De gemeente is ook niet aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW.

Eiser is na een ontwijkingsmanoeuvre met zijn fiets ten val gekomen in een greppel en liep hierbij een hoge dwarslaesie op. De auto en de fiets hebben elkaar niet geraakt. Eiser vordert een verklaring voor recht dat zijn schade is gedekt onder zijn SV Plus-polis. De rechtbank wijst de vordering af. Eenzijdige fietsongevallen zijn niet gedekt onder de polis. Ook zijn er tussen het naderen van de auto en de val in de greppel van eiser te veel handelingen verricht en is een te grote afstand afgelegd om nog te kunnen spreken van een rechtens relevant verband tussen de betrokkenheid van de auto en die val.