Deelgeschil letselschade. Medische noodzaak verhuizing. Wensen en eisen verzoeker. Rolstoelafhankelijkheid niet zeker. Nieuwe woning hoeft niet rolstoeltoegankelijk te zijn of op de begane grond gelegen te zijn. ‘Andere kosten’ onvoldoende bepaalbaar.

Deelgeschil. Arbeidsongeval. Aansprakelijkheid van werkgever HEMA op grond van artikel 7:658 lid 1 BW voor beenletsel dat is veroorzaakt door een rolcontainer die bij loswerkzaamheden op het scheenbeen van verzoeker is gevallen. Weliswaar is sprake van een ongelukkige samenloop, maar deze komt in dit geval voor risico van HEMA.

Deelgeschil. Verzoekster heeft letsel opgelopen toen een glazen vaas in haar handen brak en scherven in haar voet vielen. Verzoekster stelt het Haaglanden Medisch Centrum aansprakelijk, omdat op de SEH de wond onvoldoende zou zijn behandeld. Het letsel bestaat uit een bijna volledig afgescheurde streekpees. Het verzoek leent zich niet voor deelgeschil: de feitelijke gang van zaken staat niet vast. Nader feitenonderzoek en mogelijk ook deskundigenonderzoek noodzakelijk.

Deelgeschil. Botsing tussen personenauto en fietser. Verzoekster (automobilist) kan niet rechtstreeks de fietser aanspreken. Om in deze situatie de verzekeraar te kunnen aanspreken had ook de verzekerde zelf in deze deelgeschilprocedure moeten worden betrokken (art. 7:954 lid 6 BW). Dat is, ook na interventies van de rechtbank, niet gebeurd. Verzoekster is niet-ontvankelijk is in haar verzoek.

Deelgeschil. Botsing tussen twee fietsers. Verzoeker moet verhuizen naar een aangepaste woning. Voor zover verzoeker financieel gezien niet in staat is een andere woning te kopen, zal Univé (verzekeraar verweerder) op een manier in dat financiële tekort moeten voorzien. Van verzoeker kan niet gevergd worden dat hij verhuist naar een appartement. Op dit moment is verrekening van eventueel voordeel met de schadevergoeding niet redelijk.

Deelgeschil. Aanrijding tussen fietser en automobilist (verzekerd bij ASR). Fietser verzoekt een verklaring voor recht dat ASR 75 procent van de schade vergoed. De rechtbank wijst het verzoek af. De billijkheid eist dat de eigenaar van het motorvoertuig ten minste vijftig procent van de schade vergoedt (vijftigprocentregel). Voor een hogere schadevergoedingsplicht is geen plaats, omdat de gedragingen van de fietser voor meer dan vijftig procent hebben bijgedragen aan het ontstaan van de schade (geen licht, door rood gereden). De auto reed door groen licht en reed de toegestane maximumsnelheid. Ook voor de billijkheidscorrectie is geen plaats. Het letsel is niet van zodanige aard dat het – mede in het licht van haar gedragingen – niet redelijk is dat zij vijftig procent van de kosten zelf dient te dragen.

Strafrecht. Twee mannen zijn in het holst van de nacht een woning van een gezin binnengedrongen. De daders waren verkleed als politieagent. In het bijzijn van de twee kinderen van het gezin kregen de vader en moeder een wapen tegen het hoofd gedrukt en werd om geld geschreeuwd. Aan elk van de gezinsleden komt € 2.500 immateriële schadevergoeding toe. De daders zijn hoofdelijk aansprakelijk.

Strafrecht. Verdachte heeft zich gedurende een periode van zes jaren schuldig gemaakt aan mensenhandel. Het slachtoffer heeft werkzaamheden in de prostitutie moeten uitvoeren. Toewijzing van € 295.480 materiële schadevergoeding (gebaseerd op het wederrechtelijk verkregen voordeel) en € 25.000 immateriële schadevergoeding.

Deelgeschil. Verzoekster is haar vingerkootjes verloren na een explosieve ruzie met verweerder (haar toenmalige vriend). In het strafvonnis is verweerder vrijgesproken van het primair ten laste gelegde (zware mishandeling). De rechtbank acht verweerder aansprakelijk voor de geleden en nog te lijden schade op grond van onrechtmatige daad. Eigenschuldverweer gaat niet op.

Tussenuitspraak. Suïcide. Betekenis van ‘in een vlaag van waanzin’ in de polisvoorwaarden. De rechtbank acht het noodzakelijk een onderzoek door een deskundige (psychiater of psycholoog) te doen verrichten. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan en stelt partijen bij akte in de gelegenheid te reageren op de vraagstelling.