Strafrecht. Verdachte wordt veroordeeld tot zestien jaar gevangenisstraf voor de moord op zijn partner. De dood van het slachtoffer, die aan hem heeft trachten te ontkomen via het raam en is overleden na haar val op het trottoir, kan de verdachte redelijkerwijs worden toegerekend. Beide zonen van het slachtoffer krijgen een bedrag aan shockschade (beide € 20.000) en affectieschade (de een € 17.500, de andere € 20.000) toegekend. Beide zonen hebben stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks immateriële schade hebben geleden. Ook de zus van het slachtoffer, die het lichaam van haar zus op straat heeft aangetroffen, is immateriële schade toegebracht en krijgt een bedrag aan shockschade (€ 15.000) toegekend.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 07-04-2025