Vordering in kort geding tot het staken en gestaakt houden van onrechtmatige handelingen, te weten het zich stelselmatig op een negatieve manier uitlaten over eiseres, afgewezen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat gedaagde zich herhaaldelijk en ook recent nog dusdanig over eiseres heeft uitgelaten, dat dit als een ongeoorloofde inbreuk op haar eer en goede naam dient te worden aangemerkt.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 28-01-2020