Strafrecht. Veroordeling van minderjarige verdachte voor doodslag, poging tot afpersing in vereniging en voorbereidingshandelingen daartoe. De door de ouders van het slachtoffer gevorderde affectieschade van € 20.000 per persoon wordt toegewezen. De moeder krijgt een deel van de gevorderde shockschade (€ 10.000), omdat zij het slachtoffer heeft aangetroffen, getuige was van diverse reanimatiepogingen en als gevolg daarvan aan PTSS lijdt. De vorderingen van het broertje en de vordering van de vader tot vergoeding van shockschade worden niet-ontvankelijk verklaard. Het broertje is geen ‘naaste’ in de zin van artikel 6:108 lid 4 aanhef en onder g BW.
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Leeuwarden), 08-07-2020