Onrechtmatige uitlatingen in tv-uitzending. Het hof acht, gelet op de inhoud en de aard van de onrechtmatig geoordeelde uitingen, aannemelijk dat appellant daardoor immateriële schade heeft geleden. Het ging dan wel om een relatief gering gedeelte van de uitzending, maar bedoelde uitlatingen waren voor appellant uiterst grievend. Ook het grote kijkerspubliek – waarvan geïntimeerden zich bewust moeten zijn geweest – acht het hof in dit verband een belangrijke factor. Het hof stelt de immateriële schade van appellant sub 2, gelet ook op de mate van grievendheid en kijkcijfers, op € 75.000.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 29-06-2006