Fietser houdt gemeente aansprakelijk voor schade als gevolg van een botsing met een paaltje/poller. Hij baseert zijn vordering primair op gebrekkige opstal en subsidiair op onrechtmatig handelen. In de gegeven omstandigheden was de poller voldoende zichtbaar, ondanks dat de gemeente meer had kunnen doen ter vergroting van de zichtbaarheid. Geen sprake van een gebrek of onrechtmatig handelen.

Verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 10:12 lid 2 Wvggz. Door een miscommunicatie is verzoekster zes dagen gedwongen opgenomen geweest zonder juridische titel. Miscommunicaties tussen ggz-instellingen dan wel onvolledige opname of verwerking van gegevens in het systeem mogen niet aan verzoekster worden tegengeworpen. Het verzoek om schadevergoeding van € 75 per dag wordt volledig toegewezen.

Kort geding. De vrouw stelt dat de man ernstig inbreuk maakt op haar persoonlijke levenssfeer en voelt zich bedreigd. Zij vreest voor haar leven en heeft aangifte van stalking gedaan. Ook de twee kinderen voelen zich bedreigd. De man die reeds tweemaal een gebiedsverbod van de burgemeester opgelegd heeft gekregen en de eerste daarvan heeft overtreden, krijgt een straat- en contactverbod.

Het gevorderde straat- en contactverbod wordt afgewezen. Onvoldoende is vast komen te staan dat de vader gedurende een langere periode op ontoelaatbare wijze en stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de moeder en/of de kinderen, ook niet door de combinatie en/of aaneenrijging van verschillende of telkens dezelfde gedragingen. Evenmin is voldoende vast komen te staan dat er sprake is van een reële dreiging van toekomstig onrechtmatig handelen van de vader jegens de moeder en/of de kinderen.

Kort geding. Contact- en locatieverbod. Gedaagde (broer van betrokkene) overtreedt een in een eerder kortgedingvonnis opgelegd locatieverbod. De privacy van zijn zus wordt op ontoelaatbare wijze geschonden. Zijn handelen is onrechtmatig. Daarom nu een verdergaand verbod: gedaagde wordt verboden gedurende één jaar op welke manier dan ook contact op te nemen met zijn zus en zich te bevinden in de straat en op het perceel waar zijn zus woonachtig is.

Strafrecht. Veroordeling voor doodslag en poging tot zware mishandeling. De politie heeft de ouders van het slachtoffer een foto getoond van hun zoon op de plaats delict. Deze confrontatie heeft bij de vader geleid tot een hevig emotionele shock en een in de psychiatrie erkend ziektebeeld (PTSS en depressieve stoornis). De vordering tot vergoeding van shockschade wordt toegewezen tot een bedrag van € 12.000. Omdat vergoeding van affectieschade op grond van artikel 6:108 BW slechts mogelijk is ten aanzien van schadeveroorzakende gebeurtenissen na 1 januari 2019, wordt de vader in die vordering niet-ontvankelijk verklaard. De andere benadeelde partij was slechts oppervlakkig met het slachtoffer bevriend en was bewust meegegaan met het slachtoffer wetende dat hij de confrontatie wilde zoeken met een ander. Hem komt geen vergoeding van shockschade toe, maar wel immateriële schadevergoeding tot een bedrag van € 1.500 als gevolg van de toegebrachte steekwond.

Strafrecht. Schietincident Den Helder in oktober 2019. Veroordeling voor poging tot doodslag door met een vuurwapen meermalen op de auto te schieten waarin de twee slachtoffers zaten, waardoor deze slachtoffers letsel hebben opgelopen. De rechtbank kent beide slachtoffers een vergoeding van immateriële schade toe tot een bedrag van € 1.500. Voor de overige gestelde immateriële schade worden zij niet-ontvankelijk verklaard. De vader van slachtoffer 2 kan niet in zijn affectieschadevordering worden ontvangen, omdat niet is vastgesteld dat bij slachtoffer 2 sprake is van ernstig en blijvend letsel.

Strafrecht. Schietincident Den Helder in oktober 2019. Veroordeling voor poging tot doodslag door met een vuurwapen meerdere malen op het slachtoffer te schieten, waardoor het slachtoffer ernstig fysiek letsel heeft opgelopen. De vordering van de benadeelde partij wordt gedeeltelijk toegewezen, waarbij rekening is gehouden met enige mate van eigen schuld van het slachtoffer. De rechtbank acht een bedrag van € 35.000 ter vergoeding van immateriële schade billijk.

Strafrecht. Veroordeling voor doodslag, diefstal met geweld en medeplegen van opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving. De vordering van de nabestaande van het slachtoffer van doodslag, bestaande uit € 15.000 aan affectieschade en € 2.727,04 aan materiële schade, wordt in haar geheel toegewezen. Ook de vordering van het slachtoffer van de diefstal en vrijheidsberoving, bestaande uit € 1.000 aan immateriële schade en € 60 aan materiële schade, wordt toegewezen.

Gedaagde heeft eiseres een duw of klap in het gezicht gegeven, waarna zij aangifte van mishandeling heeft gedaan. Eiseres vordert in conventie vergoeding van schade ten gevolge van een door gedaagde gepleegde onrechtmatige daad. In reconventie dient beoordeeld te worden of verweerster onrechtmatig jegens eiser heeft gehandeld. De kantonrechter acht het gewenst de zaak met partijen te bespreken. Daarom wordt een comparitie van partijen bepaald.