Vaststelling schadevergoeding artikel 44 Wet zorg en dwang. Verzoeker niet-ontvankelijk in verzoek ten aanzien van zorgaanbieder. GGZ-instelling waar arts werkzaam is, kan niet worden aangemerkt als zorgaanbieder. Verzoek ten aanzien van gemeente Den Haag afgewezen. Niet is gebleken dat de wet niet in acht is genomen bij het gelasten van een inbewaringstelling.

Bedrijfsongeval. Inlener niet aansprakelijk voor gevolgen van bedrijfsongeval dat schoonmaker, in dienst van een (inmiddels gefailleerd) schoonmaakbedrijf, is overkomen in de bedrijfshal van inlenend bedrijf. Niet inlener, maar werkgever had vooral invloed op werkomstandigheden schoonmaker. Zorg voor veiligheid was niet (mede) afhankelijk van inlener.

Strafrecht. Vrouw maakte zich schuldig aan doodslag op de stiefmoeder van een vriendin en een poging doodslag op diezelfde vriendin. Affectieschade zoon (€ 20.000) en kleinzoon (€ 17.500). Smartengeld slachtoffer € 5.000 en affectieschade € 17.500.

Ongeschreven zorgvuldigheidsnorm. Dreigende schending. Gezondheidsrisico’s; mensenrechten.

Ongeschreven zorgvuldigheidsnorm. Dreigende schending. Gezondheidsrisico’s; mensenrechten.

Rust de aansprakelijkheid voor de schade op de bezitter (art. 6:179 BW) of op de bedrijfsmatig gebruiker van het paard (art. 6:181 BW)? Eigen schuld.

Bewijslevering. Eigen schuld; vermindering vergoedingsplicht tot 2/3 van de geleden schade.

Bedrijfsongeval. Beschikking inzake het benoemen van een orthopedisch deskundige.

Val vrijwillige brandweerman door opvriezend bluswater. Geen schending zorgplicht, ongelukkige samenloop van omstandigheden.

Belastingrecht. Overschrijding redelijke termijn. Het belang kan niet enkel worden afgeleid uit de uiteindelijke financiële uitkomst van een gerechtelijke procedure. Een belang van € 28 rechtvaardigt een immateriële schadevergoeding van € 3.500.