Strafrecht. Verdachte veroordeeld voor verkrachting en ontucht met minderjarigen (< 12, < 16). Ook schuldig aan het verspreiden, maken en aanbieden van kinderporno. Smartengeld; slachtoffer 1: € 12.500, slachtoffer 2: € 2.500, slachtoffer 3: € 2.500.

Verkeersongeval; aanrijding tussen auto en een kind. Door het ongeval heeft het kind letselschade opgelopen. De autobestuurder is aansprakelijk voor de schade die het kind heeft opgelopen door het ongeluk.

Medische aansprakelijkheid. De tijdens de operatie gebruikte penrose drain is niet verwijderd uit het lichaam van eiseres. Ziekenhuis aansprakelijk voor materiële en immateriële schade.

Arbeidsongeval. Werkgever heeft afgezien van het leveren van tegenbewijs. Het hof acht daardoor bewezen dat sprake is geweest van een bedrijfsongeval, werkgever is aansprakelijk. Voor vaststellen van de schade is verder onderzoek nodig naar de aard en ernst van het letsel van het slachtoffer.

Conclusie advocaat-generaal. Artikel 3:305a BW (oud). Procesrecht. Collectieve actie stichting ten behoeve van slachtoffers van storting afvalstoffen in Ivoorkust. Rechtsmacht Nederlandse rechter op grond van artikel 8 onder 1 Verordening Brussel I-bis? Verbod van terugverwijzing. Gelijksoortigheids- en waarborgvereiste artikel 3:305a BW (oud).

Arbeidsongeval. Kosten rechtsbijstand. Kosten voorlopig deskundigenbericht. Voldaan aan criteria artikel 6:96 BW?

Letselschade. Medische aansprakelijkheid. Verhaal werkgever doorbetaald loon (art. 6:107a BW). Onvoldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat huisarts (destijds in opleiding) medisch onzorgvuldig heeft gehandeld. Vorderingen afgewezen.

Verzekeringsrecht; verzekerd ongeval bewezen; geen fraude. Schadevordering en vordering verwijdering uit Externe Verwijzingsregister toegewezen.

Strafrecht. Doodslag. Vergoeding affectieschade ouders (€ 17.500). Geen shockschade.

Strafrecht. Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2019:793 en ECLI:NL:HR:2019:376 met betrekking tot aantasting in de persoon ‘op andere wijze’. In de overwegingen van het hof ligt besloten dat de aard en de ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partijen meebrengen dat van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ sprake is.