Duitse patiënt vraagt zijn tandarts een kosteloze kopie van zijn medische dossier te verstrekken. De tandarts willigt dit verzoek slechts in op de voorwaarde dat de patiënt de kosten voor de verstrekking van de kopie zou betalen zoals het nationale recht dat voorschrijft, omdat het verzoek niet ten doel heeft zich op de hoogte te kunnen stellen van de verwerking van zijn persoonsgegevens en de rechtmatigheid daarvan te kunnen controleren, maar voor een ander doel (aansprakelijkstelling). De patiënt is van mening dat hij op grond van de AVG recht heeft op een kosteloos afschrift. Het Hof oordeelt dat een nationale wettelijke regeling die de betrokkene de kosten doet dragen van een eerste kopie van de hem betreffende persoonsgegevens die worden verwerkt strijdig is met de AVG. Artikel 15 AVG moet zo worden uitgelegd dat in het kader van een relatie tussen arts en patiënt uit het recht op een kopie van de persoonsgegevens die worden verwerkt, voortvloeit dat aan de betrokkene een getrouwe en begrijpelijke reproductie van al deze gegevens moet worden verstrekt.

Patiënte wendt zich tot haar huisarts nadat zij op vakantie in het buitenland is gevallen, met enkelletsel tot gevolg. Verwijt dat de huisarts aanvankelijk geen gehoor heeft gegeven aan het verzoek om een verslag van de radioloog toe te zenden, is gegrond. Het had op de weg van de huisarts gelegen om een afschrift te verstrekken. De geconstateerde tekortkoming is naar het oordeel van het college niet zodanig dat een maatregel moet worden opgelegd.

Schadevaring: artikel 8:541 BW. Ongeval aan boord van een zeevissersboot. Schuld van het schip, hetgeen wordt toegerekend aan de eigenaar (verkeerde sleepinstructie).

Eindvonnis na bewijsopdracht. De vraag is of sprake is van (groeps)aansprakelijkheid voor een ongeval tijdens joyriding. Op grond van de verklaringen afgelegd door drie getuigen is het mogelijk te concluderen dat de gestelde veroorzakers degenen zijn die met de auto hebben gereden, maar hun verklaringen leveren niet de vereiste redelijke mate van zekerheid daartoe op. Volgens de rechtbank komt de betrokkenheid van gedaagden rechtens niet vast te staan.

Vordering op grond van onrechtmatige daad. Vrouw vordert € 25.000 immateriële schadevergoeding van haar zus, omdat haar zus het onmogelijk zou hebben gemaakt om afscheid te nemen van het lichaam van hun vader, door opdracht te geven de kist van vader te sluiten. Gezien de staat van het lichaam is in gezamenlijk overleg met onder andere het uitvaartcentrum besloten de kist te sluiten. Daarnaast had de vrouw de wens om afscheid te nemen van het lichaam niet tijdig kenbaar gemaakt, pas na de crematie heeft zij dit gedaan. De rechtbank wijst de vordering van de vrouw af. De beslissing om de kist te sluiten kan niet als onrechtmatige daad worden gekwalificeerd.

Afwikkeling van schade van twee verkeersongevallen met een scooter. De scooterbestuurder vordert onder meer een verklaring voor recht dat zijn letsel in volledig causaal verband staat de beide ongevallen. De rechter acht de klachten niet plausibel en acht het causaal verband ook niet bewezen. Tevens zijn er voldoende aanknopingspunten voor de aanname dat de klachten ook zonder ongeval zouden zijn ontstaan.

Bij een bedrijfsongeval raakt de hand van een zelfstandige bekneld onder een handheiblok dat door een andere zelfstandige wordt gehanteerd. Net als de rechtbank wijst het hof de vordering tot schadevergoeding af, omdat geen sprake is van onrechtmatig handelen. Het staat niet vast dat de andere zelfstandige de mogelijkheid had om de slagbeweging van het blok nog af te breken of naar een veiliger richting te veranderen op het moment dat hij de stopinstructie gaf.

Deelnemer aan paintball krijgt verf van een paintball-balletje in het oog en loopt daardoor oogletsel op. Het hof gaat er, anders dan de rechtbank, van uit dat de deelnemer wel een masker droeg toen de verf in het oog kwam. Benoeming van een deskundige om onderzoek te doen naar de toedracht, in het bijzonder hoe het kan dat er verf in het oog terecht is gekomen terwijl er een masker werd gedragen.

Uitzendkracht valt tijdens uitoefening van zijn werkzaamheden zijwaarts van een trap. De kantonrechter komt tot het oordeel dat de werkgever heeft voldaan aan har zorgplicht. Het ongeval is gemeld bij de Arbeidsinspectie, er is gewerkt met goedgekeurde werktuigen en gereedschappen en bovendien was de uitzendkracht een ervaren servicemonteur met CVA-certificering. De uitzendkracht heeft een onhandige manoeuvre gemaakt als gevolg waarvan hij is gevallen. De materiële werkgever is niet aansprakelijk.

Werknemer valt tijdens uitoefening van zijn werkzaamheden van een ladder. De aansprakelijkheid voor het ongeval is erkend. Tussen partijen is in geschil of de medische adviezen aan de deskundige moeten worden verstrekt. De rechtbank oordeelt dat de medische adviezen aan de deskundige moeten worden overlegd. Voor een goede beoordeling van het ongeval is van belang dat de deskundige beschikt over alle ter zake dienende informatie. Het is aan de deskundige om te beslissen of en op welke wijze hij de medische adviezen bij zijn onderzoek zal betrekken. Indien dit het geval is, is het eveneens aan de deskundige en zijn expertise om de geschillen die tussen partijen bestaan over deze medisch adviezen te duiden en om als onafhankelijk deskundige hierover te rapporteren. Daarbij komt nog dat de deskundige over alle processtukken zal beschikken en dus van de bezwaren van [verweerder] kennis kan nemen en hierover een oordeel kan vormen. Benoeming deskundige.