Eenzijdig verkeersongeval. Een bestuurder van een personenauto is tegen de vangrail gebotst en heeft daarbij ernstig letsel opgelopen. De bestuurder doet een beroep op de afgesloten combipolis (WA, Casco, SVI). Volgens de verzekeraar is de schade het gevolg van bewuste roekeloosheid of merkelijke schuld waardoor de verzekeraar op grond van de toepasselijke polisvoorwaarden niet tot dekking is gehouden. Voor de vraag of er sprake is van bewuste roekeloosheid of merkelijk schuld dient er gekeken te worden naar de definitie hiervan die is opgenomen in de polisvoorwaarden. Hierdoor wordt er afgeweken van de wettelijke uitsluitingsgrond van artikel 7:952 BW. Volgens de polisvoorwaarden is er sprake van bewuste roekeloosheid of merkelijke schuld indien een bestuurder zich zodanig laakbaar heeft gedragen dat dit grenst aan opzet. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan geen sprake. De bestuurder heeft wel een stevige snelheidsovertreding gemaakt, maar niet een exorbitante. De snelheidsovertreding is op zichzelf beslist onvoldoende voor de conclusie dat sprake is geweest van bewuste roekeloosheid of merkelijke schuld in de zin van de polisvoorwaarden. Om wel te kunnen spreken van opzet zouden er naar het oordeel van de rechtbank meer (verzwarende) omstandigheden, die aan de bestuurder te verwijten zijn, zoals bijvoorbeeld drank-, drugs- en/of telefoongebruik tijdens het rijden, aan de orde moeten zijn, maar dat is niet het geval. De verzekeraar heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat op basis van andere omstandigheden wel sprake zou zijn van opzet, waardoor de verzekeraar zich niet op de uitsluitingsclausule kan beroepen. Daarbij doet de verzekeraar een beroep op de gordelkorting van 25% uit artikel 5.1 van de SVI-voorwaarden, volgens de rechtbank is het niet komen vast te staan dat de gordel op het moment van het ongeluk niet vast zat, hierdoor faalt dit beroep. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de door de bestuurder gevorderde verklaringen voor recht over het verlenen van dekking onder de verzekering van de voertuigschade én van de geleden en te lijden letselschade als gevolg van het ongeval toewijsbaar zijn.
Rechtbank Noord-Holland, 29-01-2025