Strafrecht. Poging tot doodslag (voorwaardelijk opzet) en voorhanden hebben van een vuurwapen. Toewijzing (gedeeltelijk) van de vorderingen van de benadeelde partijen, waaronder vergoeding van affectieschade van de ouders en de zus van het slachtoffer. De rechtbank constateert dat niet alleen de ouders van het slachtoffer als naasten kunnen worden aangemerkt, maar ook haar zus, nu zij ook in het verleden zeer nauw in het leven van het slachtoffer betrokken is geweest en nog is. Aan benadeelde 1 (slachtoffer) is een bedrag van € 7.785 materiële schadevergoeding en € 17.500 immateriële schadevergoeding toegekend. Aan benadeelde 2 (vader van het slachtoffer) is een bedrag van € 17.500 immateriële schadevergoeding (affectieschade) toegekend. Aan benadeelde 3 (moeder van het slachtoffer) is een bedrag van € 17.500 immateriële schadevergoeding (affectieschade) toegekend. Aan benadeelde 4 (zus van het slachtoffer) is een bedrag van € 15.000 immateriële schadevergoeding (affectieschade) toegekend.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 12-12-2019