Deelgeschil. In 2023 heeft een man zijn bestelbus, met de alarmlichten aan, geparkeerd op het fietspad. Een fietsster fietste op het fietspad en is om de bestelbus te kunnen passeren door het grasveld langs het fietspad gefietst. Toen zij het fietspad weer op wilde gaan is zij in aanraking gekomen met een opstaande rand, waardoor zij ten val is gekomen. De kantonrechter is van oordeel dat artikel 185 WVW niet van toepassing is, omdat niet aan alle vereisten ter zake is voldaan. Het beroep van de fietsster op de omkeringsregel slaagt. Daarvoor is redengevend dat het uit artikel 6 WVW jo. artikel 10 RVV voortvloeiende verbod om een motorvoertuig te parkeren op een fietspad strekt ter voorkoming van een specifiek gevaar, namelijk dat zich een verkeersongeval voortdoet. Door de bestelbus op het fietspad te parkeren wordt het gevaar dat bij een andere weggebruiker schade ontstaat in het algemeen aanmerkelijk vergroot, in dit geval heeft dat specifieke gevaar zich verwezenlijkt. Er is niet gesteld noch aannemelijk gemaakt dat het ongeval ook zou zijn ontstaan als de bestelbus niet op het fietspad had gestaan. Dit betekent dat het ongeval mede is veroorzaakt door de bestuurder van de bestelbus en dat hij daarmee onrechtmatig jegens de fietsster heeft gehandeld. Er is deels sprake van eigen schuld bij de fietsster. Na beoordeling van alle omstandigheden van het geval oordeelt de kantonrechter dat de fietsster 40% van de schade zelf moet dragen, de overige 60% moet gedragen worden door de bestuurder van de bestelbus.
Rechtbank Overijssel, 24-10-2024