Naar boven ↑
8.425 resultaten

Rechtspraak

PS 2024-0402

De vraag die in hoger beroep voorligt is of de kosten ten aanzien van het houden van een voorlopig getuigenverhoor binnen het bereik van artikel 1019aa Rv vallen. De rechtbank heeft eerder een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor afgewezen en heeft de proceskosten gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. Verzoeker is van mening dat de rechtbank ten onrechte een beslissing heeft gegeven over de proceskosten ten aanzien van het voorlopig getuigenverhoor. Hij voert onder meer aan dat hij door de proceskostenveroordeling niet in staat is om de proceskosten gemoeid met het verzoek voorlopig getuigenverhoor, bij de wederpartijen in rekening te brengen. Die wederpartijen zijn in een (gelijktijdige) beschikking in een deelgeschilprocedure hoofdelijk aansprakelijk jegens verzoeker bevonden, in verband met een arbeidsongeval. Het hof acht de beslissing van de rechtbank te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt juist en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Overigens vermag het hof niet in te zien dat de werkelijk gemaakte advocaatkosten, voor zover redelijk, door het uitspreken van een beslissing over de proceskosten niet meer op enigerlei wijze onderdeel uit zouden kunnen maken van een (integrale) minnelijke regeling tussen partijen in deze letselschadezaak. De stelling dat het meeste werk feitelijk is verricht bij het inleiden van de eerste – de onderhavige – procedure (bladzijde 5, voorlaatste alinea van het beroepschrift) komt het hof niet als onaannemelijk voor.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 14-05-2024

Rechtspraak

PS 2024-0399

Bij het oversteken van een weg is een 6-jarige jongen aangereden door een automobilist. Als gevolg van dit ongeval is bij de jongen een schedeltrauma vastgesteld. De WAM-verzekeraar heeft de aansprakelijkheid erkend. De verzekeraar dient een verzoekschrift voorlopig deskundigenbericht in; de advocaat van de ouders van de jongen start kort daarna een deelgeschil. Beide verzoeken komen tijdens een mondelinge behandeling aan de orde. Dat het verzoekschrift voorlopig deskundigenbericht eerder op de griffie van de rechtbank is ontvangen dan het verzoekschrift in de deelgeschilprocedure betekent niet dat dat per definitie ook de volgorde is waarin de rechtbank de verzoeken behandelt. Leidend is wat partijen nu precies verdeeld houdt, hoe de discussie daarover buiten rechte is verlopen en wat voor het bereiken van een oplossing de meest geschikte en voor de hand liggende stap is. De rechtbank komt dan tot de conclusie dat het deelgeschil prevaleert boven het voorlopig deskundigenbericht. De rechtbank wijst de vorderingen in deelgeschil (onder meer tot het – blijven – vergoeden van bepaalde doorlopende schadeposten) toe. Het verzoek van de verzekeraar tot het houden van een fysiek deskundigenbericht wordt afgewezen en het oordeel over het subsidiaire verzoek tot het houden van een papieren expertise wordt aangehouden. Dit om partijen daarover buiten rechte in de gelegenheid te stellen tot overeenstemming te komen. De rechtbank geeft in de beschikking voorts een dringend advies om in de schaderegeling rekening te houden met de kwetsbaarheid van de jongen.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 02-08-2024