Fysiotherapeut en manueel therapeut heeft een patiënt in verband met nekklachten een tweetal behandelingen gegeven. Enige tijd na de tweede behandeling is bij de patiënt een herseninfarct geconstateerd, waarvan hij blijvende klachten ondervindt. Volgens hem heeft de therapeut niet de zorg van een redelijk bekwaam en redelijk handelend therapeut betracht en is het herseninfarct het gevolg van de behandelingen. Het hof oordeelt, net als de rechtbank, dat het causaal verband tussen de behandeling en het herseninfarct niet is komen vast te staan. Het enkele feit dat de patiënt enkele weken na de behandeling een infarct heeft gekregen, is onvoldoende voor het toepassen van de omkeringsregel. Het hof wijst de vorderingen af.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 09-07-2024