De rechtbank heeft een man die zich voordeed als politieagent en mensen opbelde met de boodschap dat een van hun familieleden om het leven was gekomen, veroordeeld wegens dwang en aan zijn slachtoffers smartengeld toegekend.

Eisers vorderen vergoeding van loonschade op grond van artikel 6:107a BW en kosten ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid. De rechtbank toetst of het inschakelen van rechtsbijstand en een externe financieel adviseur voldoet aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 BW.

De werkgever van de veroorzaker van een auto-ongeluk met letselschade tot gevolg wordt aansprakelijk gesteld. Een wijziging van eis wordt toegestaan en het Gerecht neemt aansprakelijkheid aan.

Eiser lijdt letselschade (peesletsel) door breuk van het glas in een klapdeur in school en spreekt de school aan op grond van artikel 6:174 BW en 6:162 BW. Eiser krijgt in dit tussenvonnis de opdracht te bewijzen dat de klapdeur niet was voorzien van veiligheidsglas.

Na een enkelvoudig fietsongeval door een obstakel op het fietspad, met blijvend letsel tot gevolg, stelt het slachtoffer de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van een gebrekkige opstal of een onrechtmatige daad en wijst de vordering af.

Tussenvonnis in hoger beroep waarin eindbeslissingen zijn opgenomen over het toepasbaar zijn van artikel 6:181 lid 1 BW en het niet-toepasbaar zijn van lid 2 van dat artikel in de onderhavige situatie waarin een vrouw tijdens een paardrijles van een paard is gevallen.

De door een werkgever op grond van artikel 6:107a lid 2 BW gevorderde vergoeding van pensioenpremie wordt niet toegewezen. De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden onredelijk hoog geacht.

Voeging benadeelde partij in strafproces voor vergoeding immateriële schade.

HDI-Gerling

Deelgeschilprocedure. Verzoek om verzekeraar te veroordelen tot medewerking aan mediation wordt afgewezen in verband met onduidelijkheid causaal verband.

Whiplashzaak. Appèl van een tussenvonnis. Het hof beoordeelt de plausibiliteit van de klachten en de vraag of sprake is van causaal verband tussen deze klachten en het ongeval.