Opnames gemaakt met verborgen camera tijdens ‘Stegeman op de Bres’ onrechtmatig. Afwijzing gevorderd voorschot op immateriële schadevergoeding in verband met terughoudende toetsing in kort geding. SBS dient desbetreffende aflevering te verwijderen. 

Geen (tijdig) hoger beroep ingesteld tegen beschikking deelgeschilprocedure. Geen heroverweging van bindende eindbeslissing. Rechtbank is gebonden aan reeds genomen beslissing over aansprakelijkheid in deelgeschilprocedure.

Schade geleden doordat eiser is gestoken door een 13-jarige met een wapen valt volgens de rechtbank onder de dekking van de aansprakelijkheidsverzekering. Verzekeraar komt geen beroep toe op de wapenclausule. 

Verzekeraar van een bij een verkeersongeval betrokken personenauto doet een beroep op de vervalvoorwaarde in de verzekeringspolis wegens het ontbreken van een geldig Arubaans rijbewijs. Passering verweer nu het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is van de verzekeraar om zich op deze vervalvoorwaarde te beroepen. Verzekeraar is aansprakelijk. 

Strafrecht. Veroordeling voor het veroorzaken van een dodelijk ongeval. Benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard voor zover de vordering kosten voor psychische hulpverlening betreft. Dit valt onder affectieschade en daaraan gerelateerde financiële schade komt derhalve niet voor vergoeding in aanmerking. 

Matevosyan v. Armenië

Matevosyan v. Armenië. Schending van artikel 3 EVRM. Onvoldoende onderzoek naar door Matevosyan gestelde mishandelingen door politieagenten. 

Strafrecht. Veroordeling voor bedreiging en zware mishandeling. Niet-ontvankelijkverklaring benadeelde partij voor immateriële schadevergoeding, nu de vordering onvoldoende is onderbouwd.

Strafrecht. Cassatieklacht omtrent ontvankelijkheid benadeelde partijen in hoger beroep. Oordeel van het hof niet onbegrijpelijk, artikel 81 RO. 

Maersk BV/erfgenamen van werknemer

Werkgeversaansprakelijkheid. Asbest. Gezichtspuntencatalogus Van Hese/De Schelde. Beroep op verjaring slaagt.

patiënt/optometrist

Een patiënt laat zijn ogen laseren bij een arts in Turkije. Zeven jaar later is hij bijziend en is er weefselingroei aan het linkeroog. De patiënt stelt niet de behandelend arts maar de optometrist aansprakelijk die hem bemiddelde en begeleidde bij de behandeling in Turkije. Volgens de rechtbank bestond er tussen de patiënt en de optometrist wel een geneeskundige behandelingsovereenkomst, maar is de optometrist niet tekortgeschoten.