Het hof veroordeelt een 24-jarige man voor roekeloos rijden en het deelnemen aan straatraces. Bij een ongeval na afloop van de laatste straatrace is de bijrijder om het leven gekomen. Naar het oordeel van het hof heeft de zich in het strafproces gevoegde benadeelde partij aangetoond dat tot een bedrag van € 22.626,18 aan overlijdensschade en shockschade is geleden.

X c.s./Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam c.s.

Zorg in natura op grond van de WMO. Het college van burgemeester en wethouders dient invulling te geven aan de inhoud van het toegewezen recht.

De verdachte wordt veroordeeld wegens poging tot doodslag. Het slachtoffer voegt zich in eerste aanleg als benadeelde partij met haar vordering tot schadevergoeding, welke gedeeltelijk wordt toegewezen. In hoger beroep voegt de benadeelde partij zich wederom ter zake van het niet toegewezen gedeelte van de vordering.

Vervolg op een tussenarrest (ECLI:NL:GHARL:2015:2650) waarin het hof oordeelde dat onrechtmatig jegens benadeelde is gehandeld, door hem langdurig (11 jaar), stelselmatig en anoniem te stalken. Het hof concludeert dat benadeelde door de onrechtmatige daad (i) arbeidsongeschikt is geworden en (ii) dat het dienstverband met de toenmalige werkgever in overwegende mate hierdoor is ontbonden. Het hof kent € 70.000 aan smartengeld toe.

De Studenten c.s./ Stichting Hogeschool Utrecht c.s.

Stichting Hogeschool Utrecht c.s. is toerekenbaar tekortgeschoten in haar verplichting jegens studenten, vanwege een gebrek aan stageplaatsen. De schade die hierdoor vanwege studievertraging is ontstaan, komt voor rekening van de Hogeschool.

Verdachte heeft een explosief op een woonboot tot ontploffing gebracht waardoor een man om het leven is gekomen en diens partner zwaar gewond is geraakt. Aan de overlevende moet de dader ruim € 126.000 aan schadevergoeding betalen.

De verdachte wordt veroordeeld wegens brandstichting aan een auto (tweemaal), brandstichting in een bouwcontainer en brandstichting in een kliko. Voorts beoordeelt de rechtbank de vorderingen van vier benadeelde partijen die zich hebben gevoegd in het strafproces.

Aan de orde is een whiplashzaak na een achteropaanrijding. Het geschilpunt betreft het causaal verband tussen het ongeval en de klachten en eventuele beperkingen. Mede nu nog geen onafhankelijk deskundigenonderzoek heeft plaatsgevonden, oordeelt de rechtbank dat nadere gegevens nodig zijn om hierover een oordeel te kunnen geven. Nu een deelgeschilprocedure niet de aangewezen procedure is voor dit geschil, wijst de rechtbank de vorderingen van benadeelde, alsmede de gevorderde kosten van de deelgeschilprocedure af.

Verdachte wordt veroordeeld wegens mensenhandel, waarbij hij vijf vrouwen gedurende – ruim – vier jaar heeft laten werken in de raamprostitutie en escort en de inkomsten hiervan zelf in ontvangst heeft genomen. De benadeelden vorderen vergoeding van de schade bestaande uit deze misgelopen inkomsten. De rechtbank kent in dit verband een genormeerd bedrag van € 200 per dag toe, uitgaande van een werkweek van vijf dagen.

Tijdens een voetbalwedstrijd stellen twee spelers tegelijkertijd een verdedigende actie in jegens benadeelde. Uiteindelijk blijkt amputatie van het linkeronderbeen van benadeelde noodzakelijk. De rechtbank oordeelt dat het causaal verband tussen de sliding van de speler die benadeelde in rechte heeft betrokken en het letsel is vast komen te staan. De vordering slaagt evenwel niet, nu de verdedigende actie niet kan worden aangemerkt als een onrechtmatige daad.