Strafrecht. Verdachte heeft een badgeiser verkeerd geïnstalleerd waardoor een bewoner door koolmonoxidevergiftiging om het leven kwam. Hij wordt veroordeeld voor dood door schuld. Twee partijen voegen zich als benadeelden. Slachtoffer 1 (nabestaande) krijgt € 1.188,61 aan materiële schadevergoeding (kosten gerelateerd aan uitvaart) vergoed op de voet van artikel 6:108 BW. Slachtoffer 2 – medebewoner – vordert € 7.886,22 voor: reiskosten bijwonen begrafenis en ontruimen woning, ziekenhuiskosten, kosten asielopvang hond, kosten huisraad, kosten onterecht betaalde huur en niet terugbetaalde borgsom, alsmede immateriële schade. Deze vordering wordt afgewezen omdat de kosten niet kunnen worden aangemerkt als kosten van levensonderhoud en verzorgen (artikel 6:108 BW).
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 26-01-2017