Strafrecht. Veroordeling voor ontucht met pleegkind. Namens het slachtoffer wordt een vordering benadeelde partij ingesteld ad € 1.597. De rechtbank verklaart de benadeelde partij niet ontvankelijk, omdat nog niet kan worden vastgesteld of benadeelde schade heeft geleden ten gevolge van het bewezenverklaard en, zo ja, hoe groot die schade is. 'Uit het verhandelde ter terechtzitting en het dossier is immers gebleken dat de benadeelde partij zich nog niet bewust is van de met hem gepleegde ontuchtige handelingen, en (nog) geen afwijkend gedrag vertoont dat duidt op psychische schade. Aldus is van een - voor de toewijzing van smartengeld noodzakelijke - eindtoestand nog geen sprake.' De benadeelde partij wordt veroordeeld in de door verdachte gemaakte kosten in verband met verdediging tegen deze vordering, welke kosten op nihil begroot zijn.
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 28-02-2017