Man die hulp wil verlenen aan verongelukte vrachtwagenchauffeur valt tussen twee brugdelen vijftien meter naar beneden in de Lek en komt te overlijden. Achmea, die toentertijd de schade op grond van zaakwaarneming heeft vergoed aan de nabestaanden van de man, spreekt in deze procedure de Staat aan voor het door haar vergoede bedrag. Op het moment van het ongeval waren er onderhoudswerkzaamheden aan de brug, waardoor er geen roosters tussen de brugdelen zaten. De rechtbank toetst aan de Kelderluik-criteria en komt tot de conclusie dat de Staat niet de zorgplicht van een goed wegbeheerder in acht heeft genomen en daarom onrechtmatig heeft gehandeld. Er is geen sprake van eigen schuld. De vordering van Achmea wordt toegewezen.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 14-11-2018