Een kapper is betrokken geraakt bij een vechtpartij waarbij hij onder meer zijn hand heeft gebroken, hierdoor kon hij geen werkzaamheden verrichten. Zijn werkgever vorderde in eerste aanleg vergoeding van de schade die hij heeft geleden wegens doorbetaling van loon en re-integratiekosten. De kantonrechter wees dit toe. Een van de appellanten is tegen dit vonnis opgekomen met een beroep op eigen schuld van de kapper. Het hof oordeelt dat er geen sprake is van eigen schuld aan de zijde van de kapper. Het hof betrekt hierbij dat de kapper buiten stond te roken toen een van de appellanten hem aansprak, na enige tijd kwamen de andere appellanten erbij en begonnen het gevecht.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 26-02-2019