Socialezekerheidsrecht. Geen ZW-uitkering. Geen onrechtmatig handelen UWV en geen strijd met artikel 6 EVRM in hoger beroep. Procesverloop in hoger beroep zou in strijd zijn met artikel 6 EVRM. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en kent geen immateriële schadevergoeding toe.

Socialezekerheidsrecht. WGA-loonaanvullingsuitkering. Mate van arbeidsongeschiktheid onjuist vastgesteld. Vernietiging (tussen)uitspraak en veroordeling tot immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Socialezekerheidsrecht. Het bestreden besluit berust op een ondeugdelijke motivering en kan op grond van artikel 7:12 lid 1 Awb niet in stand blijven. Nieuwe beslissing op bezwaar weigeren WAO-uitkering.

Ambtenarenrecht. Geen hoger beroep ingesteld tegen opheffing functie. Van geleden immateriële schade is niet gebleken. Niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Geen van de door partijen geuite bezwaren tegen het rapport van de arbeidsdeskundige gaan op, appellant heeft recht op een uitkering op basis van 65-80% arbeidsongeschiktheid. Uitleg polisvoorwaarden met taakverschuivingsclausule. 

Strafrecht. Aan echtgenote en zoon van slachtoffer van liquidatie worden shockschadevergoeding en vergoeding voor overlijdensschade toegekend. De overlijdensschade is berekend op basis van de Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade.

Socialezekerheidsrecht. Geen recht meer op ZW-uitkering. Zorgvuldig medisch onderzoek. Rekening gehouden met whiplashletsel.

Verzekeringsrecht. Voorlopig deskundigenbericht inzake toedracht na ernstig verkeersongeval. Verzoek om het gelasten van een nieuw voorlopig deskundigenbericht op grond van bezwaren tegen een eerder uitgebracht voorlopig deskundigenbericht wordt afgewezen.

Socialezekerheidsrecht. Geen recht meer op ZW-uitkering. Zorgvuldig medisch onderzoek. (Nadien) vastgestelde PTSS leidt niet tot de conclusie dat appellant beperkt is voor zijn eigen werk.

Ambtenarenrecht. Verzoek om immateriële schadevergoeding van € 102.722 wegens onrechtmatig handelen en het nemen van onrechtmatige besluiten is afgewezen. Stellingen appellant betreffen feitelijke handelingen en geen besluiten in de zin van artikel 1:3 lid 1 Awb.