Verzekeringsrecht. Appellante heeft een overlijdensrisicoverzekering afgesloten, met haar echtgenoot als verzekerde, die vervolgens binnen twee jaar na ingang van de verzekering een eind aan zijn leven heeft gemaakt. Volgens de polisvoorwaarden wordt geen dekking verleend, tenzij ‘kan worden aangetoond dat de verzekerde handelde in een vlaag van acute waanzin’. Geen grond om dit uit te leggen als ‘verminderde wilsbekwaamheid’. Rechter in eerste aanleg heeft terecht geoordeeld dat de verzekeraar geen dekking hoeft te verlenen.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 25-09-2018