Verstekzaak. Huurders vorderen smartengeld omdat zij en hun dochters langdurig ziek zijn geweest ten gevolge van schimmelvorming in de woning. Voor zover appellanten als wettelijk vertegenwoordigers van hun dochters smartengeld vorderen, zijn zij niet-ontvankelijk, omdat niet is gesteld of gebleken dat zij voor het instellen van deze rechtsvordering een machtiging van de kantonrechter hebben gekregen. Voor zover appellanten smartengeld vorderen wegens door henzelf opgelopen letsel, hebben zij hun vordering onvoldoende uitgewerkt. Hof: huurders niet-ontvankelijk in smartengeldvorderingen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-09-2018