Aan appellant komt als belastingplichtige immateriële schadevergoeding toe, wegens een onredelijk lange procedure over de belastingaanslag. Er is een vaststellingsovereenkomst opgesteld tussen appellant en de Staat. Appellant betwist dat de Samenhangregel van toepassing is. Anders dan appellant stelt, volgt uit (de letterlijke tekst van) de afspraak niet dat daarmee ook tegelijk door partijen is overeengekomen dat in iedere afzonderlijke procedure, in afwijking van de fiscale praktijk, een immateriële schadevergoeding wordt betaald.
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 04-06-2019