Strafrecht. Ex-vriend steekt Utrechtse studente dood in haar woning. Veroordeling voor moord en belaging. De vader, moeder en broer van het slachtoffer voegen zich als benadeelde partij. De vader (€ 48.664,21) en moeder (€ 45.772,88) vorderen zowel materiële als immateriële schade. De broer vordert € 20.329,86 wegens shockschade. De rechtbank wijst de vorderingen van de vader en moeder tot vergoeding van materiële en immateriële schade (€ 30.000 per ouder) toe. De vordering van de broer wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 04-06-2019