Strafrecht. Veroordeling voor medeplegen van poging tot moord. Het slachtoffer en haar zus voegen zich als benadeelde partij. Het slachtoffer vordert materiële (€ 133.256,73) en immateriële schade (€ 22.500). De rechtbank wijst de materiële schade deels toe (€ 13.233) en de immateriële schade geheel wegens de blijvende littekens en grote angst die zij nog dagelijks ervaart. Haar zus vordert materiële (€ 128,96) en immateriële schadevergoeding (€ 10.000) wegens shockschade (posttraumatische stressstoornis). De rechtbank wijst de vorderingen geheel toe.
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 28-06-2019