Zaak tegen gemeente Rotterdam en voormalig gemeenteraadslid. Sabah Duitsland vordert een verklaring voor recht dat haar artikelen waarin zij over een voormalig gemeenteraadslid en diens (vermeende) opinie over de politieke situatie in Turkije heeft geschreven, niet onrechtmatig waren. Vordering afgewezen. De rechtbank acht de berichten op het punt van de banden met de Gülen-beweging, die het voormalig gemeenteraadslid in dat verband aanduiden als verrader, gelet op het grote belang van persvrijheid, de onwenselijkheid van het aan banden leggen van het aan een groter publiek berichten over een maatschappelijk zeer relevant onderwerp en de omstandigheid dat het hier gaat om de opvattingen van een zittend politicus, niet onrechtmatig jegens het voormalig gemeenteraadslid, noch jegens de gemeenteraad. Wel onrechtmatig acht de rechtbank de beweringen die gedaan worden over de betrokkenheid van het voormalig gemeenteraadslid bij strafbare feiten (zoals de vermelding dat hij de imam voor Nederland van FETÖ zou zijn). Deze beweringen zijn feitelijk niet onderbouwd en zijn functie brengt niet mee dat het voormalig gemeenteraadslid niet-onderbouwde beschuldigingen van strafbare feiten als hier aan de orde zou moeten accepteren.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 09-01-2019