Strafrecht. Baby overlijdt door GHB-intoxicatie. Moeder wordt veroordeeld voor dood door schuld in de vorm van roekeloosheid. Vader krijgt € 20.000 vergoeding voor affectieschade. Zijn vordering tot vergoeding van shockschade wordt afgewezen. Dat de vader zijn kind op de intensive care heeft zien liggen en mede de beslissing heeft moeten nemen om de beademing van het kindje te stoppen is niet voldoende om te kunnen spreken van een ‘directe confrontatie’. Er is geen onverhoeds en onverwacht element aanwezig.

Werkgeversaansprakelijkheid. Het hof roept vier deskundigen op voor mondelinge behandeling in verband met vragen naar aanleiding van rapportages ter zake van rugklachten in relatie tot de verrichte werkzaamheden.

Strafrecht. Doodslag op ex-vriendin, tevens de moeder van hun drie gezamenlijke kinderen. Aan de kinderen wordt zowel affectie- als shockschade toegekend. Eén kind krijgt immateriële schadevergoeding van € 32.500. De andere twee kinderen krijgen een immateriële schadevergoeding van € 35.000. Ook de nicht van het slachtoffer krijgt een immateriële schadevergoeding toegekend van € 32.500 inzake affectieschade en shockschade. De nicht had een voldoende nauwe en affectieve band met het slachtoffer. De aanblik vanuit haar woning op de brancard waarop het slachtoffer naar buiten werd gebracht, is voldoende voor een hevige shock. Bovendien is de nicht gediagnostiseerd met een in de psychiatrie erkend ziektebeeld.

Strafrecht. Plegen van ontucht met jonge kinderen, verwerven, in bezit hebben en verspreiden van kinderporno en het vervaardigen en in bezit hebben van dierenporno. Slachtoffers krijgen een immateriële schadevergoeding van € 27.500 , € 15.000 en € 1.000.

Strafrecht. Seksueel misbruik en ontuchtige handelingen met minderjarige dochter van vriendin. Dochter krijgt een schadevergoeding van € 15.000 wegens immateriële schade. Broers en moeder van het slachtoffer zijn niet-ontvankelijk in hun vordering tot shockschade. Niet is vast komen te staan dat broers direct geconfronteerd zijn met het strafbaar feit. Moeder heeft geen geestelijk letsel opgelopen.

Strafrecht. Vader pleegt ontucht met dochters. Dochters krijgen € 12.500 en € 10.000 immateriële schadevergoeding.

Strafrecht. Poging tot moord en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Aan het slachtoffer wordt een immateriële schadevergoeding van € 15.000 toegekend. De geweldsuitbarsting van verdachte heeft vergaande gevolgen voor het slachtoffer. Het geweldsmisdrijf heeft geleid tot ernstig lichamelijk en geestelijk letsel.

Strafrecht. Doodslag. Aan de moeder van het slachtoffer wordt een vergoeding van € 17.500 aan affectieschade toegekend. De partner van het slachtoffer wordt een vergoeding van € 20.000 aan affectieschade toegekend. De zus en de partner van het slachtoffer worden niet-ontvankelijk verklaard in de vordering strekkende tot shockschade. De enkele confrontatie met het slachtoffer in het mortuarium, maakt niet dat er sprake is van op directe wijze geconfronteerd worden met de ernstige gevolgen van dit misdrijf en de omstandigheden waaronder het heeft plaatsgevonden.

Strafrecht. Medeplegen van moord en pogingen tot moord. Aan de vrouw en dochter van het slachtoffer wordt een vergoeding van € 30.000 voor shockschade toegekend. Ze hebben beiden last van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Daarnaast krijgt de vrouw een vergoeding van € 20.000 voor immateriële schade. De ouders van het slachtoffer worden niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering strekkende tot vergoeding van shockschade. Voor toewijzing van affectieschade is geen ruimte nu het feit is gebeurd voor de wetswijziging waarmee de vergoeding van affectieschade is geïntroduceerd.

Strafrecht. Medeplegen van moord en pogingen tot moord. Aan de vrouw en dochter van het slachtoffer wordt een vergoeding van € 30.000 voor shockschade toegekend. Ze hebben beiden last van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Daarnaast krijgt de vrouw een vergoeding van € 20.000 voor immateriële schade. De ouders van het slachtoffer worden niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering strekkende tot vergoeding van shockschade. Voor toewijzing van affectieschade is geen ruimte nu het feit is gebeurd voor de wetswijziging waarmee de vergoeding van affectieschade is geïntroduceerd.