Een medewerker van een extern beveiligingsbedrijf fietst met zijn collega over het bedrijventerrein van de materiële werkgever van een opdracht terug om te lunchen. Hierbij komt hij ten val doordat zijn voorwiel blijft steken in een scheur/gleuf tussen twee stelconplaten. De medewerker was onoplettend en fietste met een hand los. De formele werkgever vordert dat de materiële werkgever volledig bijdrageplichtig is ter zake van het ongeval. Uit de VOTOB-inkoopvoorwaarden volgt dat iedereen die zich op het bedrijventerrein bevindt, dit geheel op eigen risico doet. Artikel 7:658 lid 4 BW is niet van toepassing nu de materiële werkgever zich tegenover de formele werkgever, en niet de medewerker, op het vrijwaringsbeding beroept. Het verweer dat een dergelijk vrijwaringsbeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is omdat de formele werkgever geen invloed heeft op de staat van het bedrijventerrein gaat niet op omdat niet voldoende vast is komen te staan wat de toedracht was van het ongeval. De slechte staat van de weg of de onvoorzichtigheid van de medewerker.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 09-03-2022