In 2019 is bij eiser de diagnose maligne mesothelioom van het buikvlies gesteld. In dit geschil staat de vraag centraal of de oorzaak van de ziekte van eiser gelegen is of kan zijn in blootstelling aan asbestcementafval, dat Eternit vóór 2000 aan derden in de omgeving van Goor heeft uitgegeven ter verharding van wegen, paden en erven. De rechtbank heeft een deskundige benoemd om, kort gezegd, te bepalen of en, zo ja, hoe groot de kans is dat het peritoneaal mesothelioom van eiser is veroorzaakt door asbestblootstelling. Uit het deskundigenrapport blijkt dat bij iemand met mesothelioom nooit met zekerheid is vast te stellen of sprake is van een asbestgerelateerd mesothelioom, dat blootstelling aan asbest weliswaar niet de enige oorzaak is van het ontstaan van het peritoneaal mesothelioom maar wel de enige bekende oorzaak en dat peritoneaal mesothelioom niet alleen kan ontstaan bij blootstelling aan hoge concentraties asbest, maar ook bij langdurige blootstelling aan lage concentraties asbest, met name als het gaat om crocidoliet (zoals bij Eternit) of amosiet. De deskundige schrijft dat aan de hand van de blootstellingshistorie van eiser (over een lange periode van tientallen jaren wandelen en voor werk en recreatie verblijven in Goor en omgeving) de verwachting is dat zijn blootstelling aan asbest van een vergelijkbare ordegrootte is als beschreven voor omwonenden van het risicogebied Goor. De rechtbank oordeelt dat Eternit tegenover meneer onrechtmatig heeft gehandeld. De rechtbank oordeelt ook dat er sprake is van onzekerheid over het causaal verband, er bestaat namelijk een kans dat asbestblootstelling ook door andere in het milieu gelegen omstandigheden die aan meneer kunnen worden toegerekend, de schade (mede) hebben veroorzaakt. Die laatste omstandigheden kunnen meneer weliswaar niet worden verweten, maar komen in de verhouding tot Eternit wel voor zijn risico. Daarom zal de rechtbank Eternit veroordelen tot vergoeding van de gehele schade, met vermindering van de mate waarin de aan meneer toe te rekenen omstandigheden tot diens schade hebben bijgedragen. De rechtbank komt tot het oordeel dat de schade van eiser als gevolg van zijn ziekte voor 75% voor rekening van Eternit komt en voor 25% voor zijn eigen rekening.
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 08-01-2025