Vrouw steelt een handtas uit een winkel en springt achterop bij een fietser. Bewaker pakt de vrouw bij haar schouder waardoor ze valt en haar been breekt. Geschil over de werkelijke toedracht. Bewaker komt een beroep op een rechtvaardigingsgrond toe. Er is sprake van een burgerarrestatie tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden als bewaker. Proportioneel gehandeld.

Voorlopig deskundigenbericht. Vrouw raakt betrokken bij een verkeersongeval. Verzekeraar verzoekt een neurochirurg en orthopedisch chirurg te benoemen om een objectief medisch oordeel te krijgen over het letsel van de vrouw als gevolg van het ongeval. Rechtbank wijst het verzoek toe.

Aannemer is toerekenbaar tekortgeschoten omdat klimpark niet de levensduur had die opdrachtgever mocht verwachten. De opdrachtgever vordert schade vanwege tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst door aannemer. Ook vordert het klimpark vergoeding van geleden schade door een dodelijk ongeval.

Man vordert vergoeding van immateriële schade als gevolg van beëindiging van zijn verzekering en het feit dat hij geen gebruik kan maken van zijn eigen auto. Het feit dat de man niet meer over zijn eigen auto kan beschikken en dat dit mede in verband met zijn gezondheidsproblemen leidt tot onbehagen en kan afdoen aan zijn levensvreugde (zonder geestelijk letsel), is onvoldoende voor het toekennen van een immateriële schadevergoeding.

Strafrecht. Verdachte heeft slachtoffer met een vuurwapen in zijn hoofd en bovenlichaam geschoten als gevolg waarvan het slachtoffer is overleden. Aan de vader van het slachtoffer wordt een vergoeding van € 17.500 wegens affectieschade toegekend. Nu het slachtoffer zelf ook een aandeel heeft gehad in de gebeurtenissen die tot het dodelijke schot hebben geleid, leidt dit tot vermindering van de schadevergoedingsplicht met 50% op grond van eigen schuld.

Ziekenhuis is aansprakelijk ex artikel 6:170 BW voor een fout van een medisch secretaresse die veelvuldig onrechtmatig een patiëntendossier heeft ingezien en medische informatie heeft gedeeld en gepubliceerd in een boek. Daarnaast is het ziekenhuis ook aansprakelijk ex artikel 6:162 BW, omdat zij ten aanzien van de controle van de logging geen passende beveiligingsmaatregelen heeft getroffen. Aan eiseres wordt een bedrag van € 2.000 aan immateriële schadevergoeding toegekend, nu haar medische persoonsgegevens langdurig en onrechtmatig zijn ingezien.

Patiënt is de kosten van de reconstructie niet verschuldigd nu geen sprake was van informed consent. De arts is daarnaast gehouden tot vergoeding van de uit het onrechtmatig handelen voortvloeiende schade: verwijzing naar schadestaatprocedure.

Strafrecht. Herhaling overwegingen uit ECLI:NL:HR:2022:958 (PS 2022-0453). Medeplegen van moord op echtgenoot door het herhaald slaan tegen en op zijn lichaam met een (hard) voorwerp. Aan de ouders en twee zussen van het slachtoffer wordt elk een bedrag van € 20.000 toegekend in de vorm van shockschade. De toekenning van de shockschade geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk, aldus de Hoge Raad. Zowel de ouders als de zussen hadden een nauwe en affectieve relatie met het slachtoffer en de confrontatie met het overleden slachtoffer heeft bij hen onmiskenbaar een hevige schok teweeggebracht, nu met het slagvoorwerp hevig geweld is toegepast op het lichaam en hoofd van het slachtoffer. De omstandigheden dat de confrontaties pas op een later moment plaatsvonden en dat die confrontaties niet onverhoeds en ook niet onvermijdbaar waren, doen daaraan – gelet ook op de toedracht van het bewezenverklaarde, het toegepaste geweld en de directe familieband met het slachtoffer – niet af.

Strafrecht. Doodslag op (ex-)vriendin. Aan de moeder van het slachtoffer wordt een vergoeding van € 20.000 wegens shockschade en een vergoeding van € 17.500 wegens affectieschade toegekend. Aan het zoontje van het slachtoffer wordt een vergoeding van € 20.000 wegens affectieschade toegekend en, naast de vergoeding wegens affectieschade, een vergoeding van € 30.000 wegens immateriële schade.

Benoeming deskundige nu behoefte bestaat aan voorlichting ten aanzien van het verwijt van de ouders dat EMC, in strijd met de destijds geldende professionele standaard en gegeven de (fysieke) gesteldheid van het kind, een niertransplantatie heeft uitgevoerd met een nier van een volwassene. Voor het geval dit vast komt te staan, is het van belang met behulp van voorlichting door de deskundige vast te stellen of het kind hierdoor is overleden.