Deelgeschil. Verkeersongeval. Auto word aangereden door vrachtwagen, waarna de auto een tunnelwand raakt. Verzekeraar stelt een persoonlijk onderzoek in nadat zij erachter komt dat het slachtoffer zijn motorrijbewijs nog heeft gehaald, wat niet rijmt met zijn medische klachten. Het persoonlijk onderzoek is niet op onrechtmatige gronden uitgevoerd en is niet onrechtmatig jegens de man en mag dus als bewijs worden gebruikt. Het slachtoffer dient opnieuw door deskundigen te worden onderzocht.

Zzp’er heeft bij aanvragen arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn concentratieproblemen en verwijzing naar psycholoog niet genoemd. Het hof is van oordeel dat de zzp’er niet heeft gehandeld in strijd met zijn mededelingsplicht. De onduidelijkheid van de gezondheidsverklaring komt niet voor rekening van de zzp’er.

Strafrecht. Mishandeling en seksueel misbruik van stiefkinderen. Aan drie van de slachtoffers, die zijn mishandeld en seksueel zijn misbruikt, wordt een immateriële schadevergoeding van € 30.000 toegekend. Aan een kind dat seksueel is misbruikt wordt € 12.500 immateriële schadevergoeding toegekend.

Strafrecht. Zware mishandeling pakketbezorger, die overlijdt. Echtgenoot en kinderen hebben recht op affectieschadevergoeding. De vorderingen tot vergoeding van shockschade worden niet-ontvankelijk verklaard nu nader onderzoek nodig is en hiervoor geen plaats is in het strafproces.

Deelgeschil. Aanrijding tussen auto en vrachtwagen. Partijen hebben tegengestelde standpunten ingenomen over de feitelijke gang van zaken. Ook de rapporten ter onderbouwing van de standpunten van beide partijen zijn niet eenduidig. De toedracht van het ongeval en het eventuele causale verband met de schade kan niet worden vastgesteld. Nader onderzoek is nodig, maar hiervoor is geen ruimte in deelgeschil.

Eindvonnis na tussenvonnis. Vechtpartij. Na waardering getuigenbewijs komt de rechter tot de conclusie dat de eiser agressor is geweest. Eiser heeft daarom 70% eigen schuld.

Meervoudig gehandicapt kind valt uit bakfiets omdat begeleidster de buggy niet had vastgezet aan de fiets. Het kind overlijdt vijf dagen later in het ziekenhuis. De ouders stellen de begeleidster aansprakelijk en vorderen ex artikel 6:108 BW schadevergoeding wegens derving van levensonderhoud vanwege het weggevallen van het pgb betreffende de zorg voor hun gehandicapte kind. Het wegvallen van het pgb valt niet aan te merken als derving van levensonderhoud als bedoeld in artikel 6:108 BW. Zus en broer van het kind hebben geen recht op een affectieschadevergoeding, het beroep op de hardheidsclausule slaagt niet. Ook de vordering voor de vijf dagen gederfde levensvreugde van het overleden kind (smartengeld) wordt niet toegewezen nu hier bij leven geen aanspraak op is gemaakt.

Verzekerde veroorzaakt schade aan politieauto terwijl hij op de vlucht is voor de politie. Verzekeraar wil de aan de politie uitgekeerde schade op de verzekerde verhalen. Het feit dat de bestuurder ten tijde van de aanrijding op de vlucht was voor de politie wegens een auto-inbraak, betekent niet zonder meer dat de aanrijding is veroorzaakt door een onrechtmatige gedraging van de bestuurder. Dit is wel denkbaar, maar niet voldoende gesteld door de verzekeraar. Voorts is er geen sprake van verzekeringsfraude en komt niet vast te staan of de aanrijding met een politieauto ook in strijd is met de wet. De verzekeraar heeft geen verhaalsrecht op de verzekerde en moet zijn persoonsgegevens verwijderen uit het Incidentregister en EVR.

Deelgeschil. Werknemer krijgt eenzijdig ongeval door technisch mankement aan aanhanger. Causaal verband tussen letsel en ongeval kan niet worden vastgesteld nu de medisch adviseurs van partijen van mening verschillen. Een onafhankelijk medisch rapport is nodig. Geen kostenbegroting omdat het verzoek prematuur en nodeloos is ingediend.

Ongeval op zeilschip in Caribisch gebied door hoge golven. Eindvonnis na tussenvonnis. Schipper geslaagd in het leveren van tegenbewijs: het vermoeden dat het incident dat het letsel van het slachtoffer heeft veroorzaakt is te wijten aan zogeheten ‘ground swell’ (hoge golven) is ontzenuwd. Daarmee is de grondslag aan de vordering komen te ontvallen, omdat de gestelde schuld of nalatigheid van de schipper was gebaseerd op de stelling dat hij het gebied met ‘ground swell’ had moeten mijden.