Echtscheiding en letselschade-uitkering. De rechtbank is van oordeel dat de vrouw onvoldoende heeft onderbouwd uit welke componenten de lumpsum van de letselschadevergoeding bestaat. Daarom kan niet worden vastgesteld of sprake is van verknochtheid.

Benadeelde ten aanzien van vordering BGK niet-ontvankelijk in deelgeschilprocedure in verband met cessie vordering aan gemachtigde. Gemachtigde wordt als materiële procespartij beschouwd, waarmee het bepaalde in artikel 1019aa lid 3 Rv niet van toepassing is.

Strafrecht. Veroordeling voor veroorzaken verkeersongeval waarbij een inzittende om het leven is gekomen en een andere inzittende zwaar lichamelijk letsel (dwarslaesie) heeft opgelopen. Het slachtoffer met lichamelijk letsel stelt dat de schade (veel) hoger is dan de verzekerde som van de WAM-verzekeraar. Het hof wijst € 70.000 smartengeld toe (door verzekeraar was reeds € 155.000 uitgekeerd aan het slachtoffer) en € 17.500 affectieschade vanwege intensiteit, aard en bestendigheid relatie tussen slachtoffer en overleden mede-inzittende. Hoewel wettelijke rente niet is gevorderd, wijst het hof wettelijke rente toe op basis van artikel 36f Sr.

Eindvonnis na tussenvonnis. Vorderingen uit onrechtmatige daad. Gelet op de getuigenverklaringen en de overige bewijsstukken, acht de rechtbank het onvoldoende aannemelijk dat er tussen de twee mannen een kopstoot is uitgedeeld en er opzettelijk letsel is toegebracht. Er is niet bewezen dat de man is mishandeld.

Vervolg op ECLI:NL:RBROT:2021:12452. De gemeente is als wegbeheerder aansprakelijk ex artikel 6:174 BW, nu het wegdek als gevolg van het hoogteverschil met de put niet voldoet aan de CROW-richtlijn waarin het hoogteverschil als een ernstige oneffenheid wordt aangemerkt. Het beroep op eigen schuld wijst de rechtbank af: de scooterrijder heeft voldoende rechts gehouden en niet kan worden vastgesteld hoeveel alcohol is genuttigd en dat dit heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval. Verwijzing naar schadestaatprocedure.

Scooterrijder komt ten val ter hoogte van een zich in het wegdek bevindend putdeksel, als gevolg waarvan hij ernstig letsel oploopt. De rechtbank benoemt een deskundige omdat niet kan worden vastgesteld wat het hoogteverschil is tussen het wegdek en de putdeksel, nu de voorhanden zijnde rapporten blijk geven van verschillende meetwijzen met verschillende uitkomsten. Ook moet de benoemde deskundige de vraag beantwoorden bij welk hoogteverschil er sprake is van een grove oneffenheid in de zin van de CROW-richtlijnen.

Toeschouwer van voorbijtrekkende carnavalsstoet loopt een dwarslaesie op doordat de muur c.q. erfafscheiding vanaf achteren op haar valt. Het land Curaçao is aansprakelijk ex artikel 6:162 BW omdat zij een inspectierapport had laten opmaken maar daarop geen passende maatregelen heeft laten uitvoeren teneinde een dergelijk ongeval te voorkomen. In vrijwaring stelt het land Curaçao de opstaleigenaar van de muur aansprakelijk voor het omvallen van de muur en voor de daaruit voortvloeiende schade. Eigenaar muur niet gehouden tot vrijwaring vanwege de wetenschap van het land dat de muur gebrekkig was en hierop jegens de eigenaar geen actie te ondernemen, terwijl de eigenaar geen weet had van het organiseren van de optocht.

Deelgeschil. Verzoek van de ouders om te bepalen dat het ziekenhuis aansprakelijk is op grond van een onrechtmatige daad is afgewezen. Het staat niet voldoende vast dat het ziekenhuis de ouders onjuiste informatie heeft gegeven op basis waarvan zij de zwangerschap hebben afgebroken uit vrees dat het ongeboren kind net als hun andere kind aan een hersenbeschadiging zou lijden. Geen kostenbegroting.

Deelgeschil. Val in trampolinehal. Het bedrijf dat de trampolinehal exploiteert is niet aansprakelijk, omdat er geen causaal verband bestaat tussen de val van de man en het gestelde handelen/nalaten van het bedrijf. Ook is er geen sprake van een gebrekkige opstal. Kostenbegroting.

Auto vliegt in de brand tijdens het maken van een proefrit. De potentiële koper van de auto loopt als gevolg van de autobrand zware brandwonden op. Het hof is, net als de rechtbank, van oordeel dat de verkoper aansprakelijk is voor de schade ex artikel 6:173 BW. Verwijzing naar schadestaatprocedure.