Strafrecht. Poging tot moord op het stationsplein te Leeuwarden. Aan het slachtoffer wordt een vergoeding van € 35.000 inzake immateriële schade toegekend.

Politiegeweld bij aanhouding. Voldoende gemotiveerd gesteld dat de man bij zijn aanhouding en terwijl hij geboeid in de bus lag in zijn gezicht is geslagen. Politie heeft geen rechtvaardigingsgrond voor de klap in het gezicht aangevoerd, waarmee de onrechtmatigheid ex artikel 6:162 BW vaststaat. Verwijzing naar schadestaatprocedure.

Verzekeringsfraude. Verzekerde (tegelzetter) heeft verzekeraar opzettelijk misleid, door niet door te geven dat hij weer arbeid kon verrichten en ook verrichtte. Schending inlichtingenplicht ex artikel 7:941 BW. Opname in verwijzingsregisters hoeft niet ongedaan gemaakt te worden. De verzekeraar heeft niet onrechtmatig gehandeld door een persoonlijk onderzoek – observatie – te verrichten. De verzekeraar wordt in de gelegenheid gesteld een akte te nemen over de hoogte van het door de verzekerde (terug) te betalen bedrag.

Naam van veroordeelde tot jeugddetentie zichtbaar in gepubliceerd vonnis van de rechtbank. De publicatie vormt een schending van de persoonlijke levenssfeer, gezien de jeugdige leeftijd van de man ten tijde van de veroordeling en de gewraakte publicatie. Omdat niet is gebleken dat de inbreuk op de privacy tot concrete negatieve gevolgen heeft geleid, wordt de vergoeding inzake immateriële schade vastgesteld op een bedrag van € 750.

Verkeersongeval in Oostenrijk tussen Nederlandse en Duitse bestuurder. Oostenrijks recht is van toepassing. Het hof kan aan de hand van de stukken en politieverklaringen de oorzaak van het ongeval niet vaststellen, waardoor onvoldoende vaststaat dat de Nederlandse bestuurder een verkeersfout heeft gemaakt. Niet geslaagd in bewijslevering en afwijzing van de vorderingen.

Deelgeschil. Mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. In het strafproces niet-ontvankelijk verklaarde vorderingen tot vergoeding van schade kunnen in de deelgeschilprocedure worden beoordeeld. Toewijzing van gedeeltelijke voorschotten bestaande uit kosten van rechtsbijstand, materiële en immateriële schade.

Voetbalwedstrijd waarin speler een dubbele beenbreuk oploopt na een sliding tackle van tegenstander. Uit de getuigenverklaringen en bewijsstukken is onder andere niet vast komen te staan dat de tegenstander de sliding tackle op een zeer gevaarlijke wijze heeft uitgevoerd. Dat de actie van de tegenstander een overtreding van de spelregels is waarvoor hij een rode kaart heeft gekregen, maakt dit oordeel niet anders. Geen onrechtmatige daad.

AOV-verzekering. Niet vermelden dat na motorongeval nog deelname plaatsvond aan de rally Parijs-Dakar, levert geen fraude op. Verzekeraar komt geen beroep toe op artikel 7:941 lid 5 BW en moet verplichtingen uit hoofde van de AOV nakomen.

Artikel 7:658 BW. Niet (langer) ter discussie staat dat werknemer van het COA onder omstandigheden heeft gewerkt die schadelijk kunnen zijn en dat de zorgplicht is geschonden. Het COA betwist dat gezondheidsklachten gevolg zijn van werkomstandigheden. Hof acht arbeidsrechtelijke omkeringsregel toepasselijk. Verband met het werk is niet te onbepaald of te onzeker. Verklaring voor recht dat het COA aansprakelijk is voor de schade door de psychosociale belasting wordt toegewezen.

AOV-verzekering. Aansprakelijkheid assurantietussenpersoon. Assurantiepersoon had zzp’er moeten waarschuwen voor uitsluiting inzake autocrossactiviteiten. Nu niet is gewaarschuwd voor de dekkingsuitsluiting, vormt deze nalatigheid een toerekenbare tekortkoming. Geen eigen schuld van de zzp’er/verzekerde omdat de nalatigheid van de assurantietussenpersoon zwaarder weegt dan het verzuim om de polisvoorwaarden door te nemen, en bovendien sprake is van ernstig letsel.