Werknemer komt klem te zitten onder vrachtwagen, doordat een zware versnellingsbak op zijn lichaam terecht is gekomen. Het hof acht, anders dan de rechtbank, bewezen dat sprake is van een bedrijfsongeval. Het staat vast dat de werknemer een ongediplomeerde vrachtwagenmonteur was die een opdracht moest uitvoeren waarbij niet de juiste materialen door de werkgever ter beschikking waren gesteld en waarbij geen sprake was van toezicht en/of voorgaande instructies. Verwijzing naar schadestaatprocedure.

Conclusie advocaat-generaal Hartlief. Verzekeringsrecht. Kennisgevingsplicht van verzekeraar na ontdekking niet-nakoming mededelingsplicht door verzekeringnemer. Moet bij toepassing van artikel 7:929 lid 1 BW in verband met de aanvang van de tweemaandentermijn worden uitgegaan van een subjectieve uitleg (daadwerkelijke ontdekking) of is er ruimte voor objectivering (behoren te ontdekken)?

Mishandeling door vrouw in gezicht te stompen. De vordering tot vergoeding van de orthodontische behandeling komt niet voor vergoeding in aanmerking, omdat de causaliteit tussen de scheefstand van de tanden en de klap in het gezicht niet vast is komen te staan. De rechter stelt de immateriële schadevergoeding van de vrouw vast op een bedrag van € 500, omdat de gevolgen van de normschending – het toebrengen van een vuistslag in het gezicht – voldoende ernstig zijn. Beroep op eigen schuld slaagt niet.

Vordering nakoming verzekeringsovereenkomst. Echtgenoot van overleden partner kan jegens de SVI-verzekeraar aanspraak maken op uitkering onder de verzekering. De mededelingsplicht van artikel 7:928 BW is niet geschonden. Echter behoort zij, in tegenstelling tot haar drie kinderen, niet tot de kring van gerechtigden ex artikel 6:108 lid 1 BW, en heeft dus geen recht op nakoming van de verzekeringsovereenkomst (samenwonen onvoldoende gemotiveerd).

Werknemer is tijdens zijn werkzaamheden een ongeval overkomen op een schip, doordat een metalen deksel van een dekkist op zijn hand terechtkomt. De werknemer stelt zowel zijn werkgever als de eigenaar van het schip aansprakelijk voor de schade. Het hof oordeelt, anders dan de rechtbank, dat de werkgever tekort is geschoten in de zorgplicht. De werkgever heeft geen afdoende veiligheidsmaatregelen genomen om het dichtvallen van de deksels van de dekkisten te voorkomen. Wat betreft de eigenaar van het schip heeft de werknemer niet dan wel ongemotiveerd betwist dat de eigenaar van het schip geen instructiebevoegdheid of zeggenschap had over de werkzaamheden die aan boord van het schip werden uitgevoerd.

EHRM. Een meisje is op jonge leeftijd door verschillende mannen seksueel misbruikt. Er is een strafrechtelijk onderzoek ingesteld, maar daarbij heeft zij ten minste twaalf keer de gebeurtenissen opnieuw moeten vertellen. De verhoren vonden plaats door niet-getrainde onderzoekers in ruimtes die niet kindvriendelijk waren ingericht. Verder is het meisje rechtstreeks geconfronteerd met de verdachten. Ook in de rechtszaal hielden rechters geen rekening met haar kwetsbaarheid. Dit alles heeft tot grote psychische schade geleid. Daarom en omdat Rusland de aanbevelingen in de Conventie van Lanzarote met voeten heeft getreden, stelt het EHRM een schending vast van artikel 3 EVRM.

EHRM. Negen leden van de Russische tak van Greenpeace zijn in 2016 aangevallen en mishandeld. Volgens hen school hier een haatmotief achter: de daders waren het niet eens met hun politieke opvattingen. Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar de toedracht en het motief en de zaak is geseponeerd. In 2021 – nadat al was geklaagd – is het onderzoeksdossier vernietigd. Het EHRM oordeelt dat artikel 3 EVRM is geschonden doordat het onderzoek ontoereikend is; het is daarom niet meer nodig om te onderzoeken of er ook een materiële schending was. Artikel 38 EVRM is geschonden vanwege de vernietiging van het onderzoeksdossier.

EHRM. Tijdens demonstraties in het Gezipark in 2013 werd een persoon dodelijk geraakt door een door een politieman afgevuurde granaat. Deze laatste is hierom veroordeeld tot ruim zestien jaar gevangenisstraf. Volgens de nabestaanden hadden hogergeplaatsten opdracht gegeven voor het geweldgebruik, maar een staatsaansprakelijkheidsclaim hierover is van de hand gewezen. Het EHRM-oordeel concentreert zich op de bewijslast bij de staatsaansprakelijkheidsclaim, die bij de nabestaanden kwam te liggen. Het EHRM acht dat in een situatie als deze niet redelijk omdat het bewijsmateriaal exclusief bij de staat berust. Artikel 2 EVRM is daarom in procedureel opzicht geschonden.

Tegemoetkoming Schadefonds Geweldsmisdrijven wegens seksueel, fysiek en psychisch geweld tijdens verblijf bij pleeggezin, blijft in het kader van de schuldsaneringsregeling buiten de boedel.

Medische aansprakelijkheid. Klacht over behandeling diepe beet door tandartsen. Benoeming deskundige. Vraagstelling met uitgebreide toelichting voor deskundige over uiteindelijke beoordeling door rechter of volgens professionele standaard is gehandeld.