Dertien weken schorsing voor patroon die schijnconstructie aangaat met zelfstandig werkende stagiaire in letselschadepraktijk. Advocaat heeft gehandeld in strijd met artikel 46 Advocatenwet en met de kernwaarde integriteit en de gedragsregels.

Artikel 81 RO. Huurder woning wordt getroffen door vallend kiepraam. Verhuurder niet aansprakelijk ex artikel 6:174 BW jo. artikel 7:208 BW.

Na deskundigenbericht verzekeringsarts wijst de rechtbank verschillende schadeposten toe, waaronder immateriële schade en (toekomstige) huishoudelijke hulp als gevolg van een mishandeling en belediging.

Hoger beroep in kort geding. Het is voorshands voldoende aannemelijk dat de schadebehandelaar opzettelijk schade van een cliënt dubbel heeft geclaimd bij verschillende verzekeraars. Uitsluiting schadebehandelaar door verzekeraars is niet onrechtmatig.

Conclusie advocaat-generaal Lindenbergh. Letselschade ten gevolge van val door (enkel)glas van voordeur woning. Verhuurder is niet aansprakelijk op grond van artikel 6:174 BW of artikel 6:162 BW. Toepassing Kelderluik-criteria. NEN-norm over veiligheidsbeglazing in gebouwen niet beslissend.

In het kader van een civiele procedure is toegang gezocht tot een groot personeelsregister dat met het oog op belastingcontrole is bijgehouden. Dit soort toegang tot gegevens is volgens het HvJ EU op zichzelf te rechtvaardigen in het kader van het recht op een eerlijk proces en effectieve rechtsbescherming. Wel moet de nationale rechter een zorgvuldige beoordeling uitvoeren van de noodzakelijkheid en de evenredigheid van de toegang. Daarbij moet hij rekening houden met het beginsel van minimale gegevensbescherming en moet hij alternatieven overwegen voor volledige toegang tot de gegevens.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Medische vragenlijst bij aanvang niet volledig ingevuld. Aangetoond dat verzekeraar bij kennis van stand van zaken verzekeringsaanvraag zou hebben afgewezen, zodat betaalde uitkeringen moeten worden terugbetaald.

Enkele maanden na bevalling wordt bij een baby hersenschade geconstateerd. De ouders van de baby stellen het ziekenhuis aansprakelijk. Het is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar om terug te komen van eerder bereikte vergaande overeenstemming over de aan de deskundige voor te leggen vragen. Rechtbank benoemt gynaecoloog en ziet in de omstandigheden van het geding aanleiding om de kosten van de deskundige gelijkelijk over partijen te verdelen.

Strafrecht. Veroordeling doodslag; vordering schokschade. Het oordeel van het hof dat de benadeelde partij niet in de vordering kan worden ontvangen op de enkele grond dat tussen hem en het primaire slachtoffer geen bijzondere affectieve relatie bestaat, getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof.

Strafrecht. Veroordeling doodslag. Aan de echtgenote en de zoon van het (inmiddels) overleden slachtoffer wordt elk een bedrag van € 15.000 aan shockschadevergoeding toegekend.