De verzekeraar heeft de schade vergoed die een werknemer op 20 september 2013 heeft geleden door een val op een parkeerterrein na afloop van een bedrijfsfeest bij het bedrijf. Volgens NN is het bedrijf ook aansprakelijk voor deze schade en zij wil dat het bedrijf volledig aan haar vergoedt wat zij aan de werknemer heeft uitgekeerd. Volgens de rechtbank is de regresvordering van de verzekeraar tegen het bedrijf verjaard. Het hof beoordeelt de verjaring opnieuw en schetst het juridische kader. Op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad kan een regresvordering op basis van artikel 6:10 BW beschouwd worden als een ‘rechtsvordering tot vergoeding van schade’ in de zin van artikel 3:310 lid 1 BW. Een dergelijke rechtsvordering strekt ertoe te voorkomen dat de niet aangesproken schuldenaar ten koste van de aangesproken schuldenaar ongerechtvaardigd wordt verrijkt doordat laatstgenoemde het verschuldigde heeft voldaan voor meer dan het gedeelte dat hem aangaat. Een regresvordering uit hoofde van artikel 6:10 BW ontstaat pas indien de hoofdelijk verbonden schuldenaar de schuld voldoet voor meer dan het gedeelte dat hem aangaat. Een rechtsvordering tot vergoeding van schade – en dus ook een regresvordering – verjaart ingevolge artikel 3:310 lid 1 BW door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is daarvoor nodig dat de benadeelde daadwerkelijk in staat is een rechtsvordering tot vergoeding van de schade in te stellen. Dit kan echter niet meebrengen dat de korte (vijfjarige) verjaringstermijn van artikel 3:310 lid 1 BW al gaat lopen voordat de vordering tot schadevergoeding opeisbaar is geworden. Weliswaar wordt in artikel 3:310 lid 1 BW de opeisbaarheid van de vordering niet uitdrukkelijk als voorwaarde voor het gaan lopen van de korte verjaringstermijn genoemd, maar dat ligt wel besloten in de eis van bekendheid met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon, en in de genoemde eis dat de benadeelde daadwerkelijk in staat is een rechtsvordering tot vergoeding van schade in te stellen. De bepaling van artikel 3:310 lid 1 BW is kennelijk gebaseerd op het normale geval dat bekendheid met de schade bestaat omdat die schade er al is. Dat de korte (vijfjarige) verjaringstermijn van een rechtsvordering tot schadevergoeding zou kunnen gaan lopen (en eventueel voltooid zou kunnen worden) voordat de schadevordering opeisbaar is geworden, is ook in strijd met het rechtskarakter van deze verjaring, welke immers het rechtsgevolg van het tenietgaan van de rechtsvordering verbindt aan het gedurende zekere tijd niet geldend maken daarvan. Daarvoor is nodig dat de vordering reeds opeisbaar is, zoals ook tot uitdrukking komt in het algemeen luidende artikel 3:313 BW. Daarom kan de vijfjarige verjaringstermijn van artikel 3:310 lid 1 BW niet eerder een aanvang nemen dan op de dag na die waarop de schadevordering opeisbaar is geworden, ook indien voordien reeds bekend is dat de schade geleden zal worden en wie de aansprakelijke persoon is. Hierbij verdient nog opmerking dat een verjaringstermijn die op de voet van artikel 3:310 lid 1 BW is gaan lopen, weliswaar mede geldt voor de vordering tot vergoeding van schade waarvan de benadeelde redelijkerwijs kon verwachten dat hij die als gevolg van dezelfde schadeveroorzakende gebeurtenis zou kunnen gaan lijden, omdat in zoverre sprake is van afzonderlijke elementen van de reeds ingetreden schade. Maar dit geldt niet voor een rechtsvordering tot schadevergoeding bij wijze van regres als die rechtsvordering nog niet is ontstaan. Het hof oordeelt dat de eventuele hoofdelijke mede-aansprakelijkheid van Brothers nog kan worden vastgesteld. Zoals hiervoor al is uiteengezet, is de regresvordering pas ontstaan op het moment dat NN méér aan de werknemer vergoedde dan waartoe zij op grond van de eventuele onderlinge draagplicht van Ziggo en Brothers was gehouden. Aangezien NN stelt dat in die onderlinge verhouding Brothers de volledige schade behoort te dragen, zijn twee regresvorderingen ontstaan, namelijk op het moment van de voorschotbetaling op 18 december 2020 en door de slotuitkering op 18 november 2021. Voor beide regresvorderingen geldt dat op de dagen erna de verjaringstermijnen van vijf jaren zijn aangevangen. Met de dagvaarding van Brothers voor de rechtbank op 14 september 2022 heeft NN haar rechtsvorderingen ingesteld. Dat is vóór het verstrijken van de verjaringstermijnen, zodat van verjaring daarvan geen sprake is. Er is tevens geen sprake van rechtsverwerking zodat de vordering van de verzekeraar inhoudelijk zal moeten worden beoordeeld. Het hof gelast een mondelinge behandeling. Hoofdelijke schuldenaren zijn, ook voordat een regresvordering ontstaat, in hun onderlinge verhouding verplicht zich te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid (art. 6:8 BW in verbinding met art. 6:2 BW). Dit kan echter niet meebrengen dat, indien een hoofdelijk schuldenaar – ondanks bekendheid met het feit dat hij een regresvordering uit hoofde van artikel 6:10 BW zal krijgen – degene op wie hij later regres wil gaan nemen daarvan niet op de hoogte stelt, de verjaringstermijn met betrekking tot de nog niet ontstane regresvordering gaat lopen. Maar in gevallen waarin de regresvordering van artikel 6:10 BW niet is verjaard, is niet uitgesloten dat het instellen van die rechtsvordering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, dan wel dat de regresnemer zijn recht heeft verwerkt, op grond van feiten en omstandigheden die (mede) hebben plaatsgevonden voordat de regresvordering is ontstaan, bijvoorbeeld in verband met de omstandigheid dat de hoofdelijke schuldenaar reeds voordien bekend was met het feit dat de regresvordering zou ontstaan maar de voor hem kenbare belangen van degene op wie hij later regres wil nemen, op onaanvaardbare wijze heeft veronachtzaamd. Het hof concludeert dat de vordering niet is verjaard en dat ook geen sprake is van rechtsverwerking.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 09-09-2025