Vijf personen stellen twee Nederlandse bedrijven aansprakelijk voor hun letselschade als gevolg van de inzet van mosterdgasmunitie tijdens de Irak-Iranoorlog in de jaren tachtig. Nu een van de twee bedrijven niet in de procedure is verschenen en geen verweer heeft gevoerd, wijst de rechtbank de vordering van eisers tegen dit bedrijf toe. De vordering komt de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voor. De vraag of het andere bedrijf onrechtmatig heeft gehandeld moet naar Iraans recht worden beantwoord. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een onrechtmatige handeling, nu ten tijde van de levering van de chemische stoffen aan Irak geen exportbeperkingen golden. Verder is niet vast komen te staan welke kennis het bedrijf op dat moment had ten aanzien van de industrie in Irak en of het bedrijf wist of kon weten dat de door haar geleverde chemische stoffen zou worden gebruikt voor de fabricage van mosterdgas.

Tijdens een vlucht viel een hete kan koffie van een serveerwagen over een passagier, als gevolg waarvan de passagier brandwonden opliep. Aan boord van het vliegtuig kreeg de passagier eerste hulp. De passagier stelt de luchtvervoerder aansprakelijk voor de alle (toekomstige) schade als gevolg van de verergering van zijn brandwonden door de gebrekkige eerste hulp die hem aan boord was verleend. Het Hof oordeelt dat de gebrekkige EHBO aan de passagier van een vliegtuig, die heeft geleid tot de verergering van het lichamelijk letsel ten gevolge van een ongeval, moet worden geacht deel uit te maken van een ongeval.

Deelgeschil. Verkeersongeval tussen voetganger en automobilist, als gevolg waarvan de voetganger onder andere hersenletsel heeft opgelopen. Het beroep van de verzekeraar van de automobilist op eigen schuld slaagt naar het oordeel van de rechtbank niet. Van een foutieve gedraging van de voetganger is niet gebleken. Aan een beroep op eigen schuld van een voetganger die een zebrapad wilt oversteken, worden hoge eisen gesteld.

Strafrecht. Veroordeling voor doodslag. Aan de vrouw en de twee zonen van het slachtoffer wordt elk een bedrag van € 20.000 aan affectieschadevergoeding en € 35.000 aan shockschadevergoeding toegekend. Zij hebben hun man en vader krachteloos op straat zien liggen in een grote plas bloed. De uren daarna hebben ze hem in het ziekenhuis tevergeefs zien vechten voor zijn leven met een schotwond in zijn voorhoofd.

Strafrecht. Veroordeling voor medeplegen gekwalificeerde doodslag. Aan de (ex-)partner van het overleden slachtoffer wordt een bedrag van € 17.500 aan affectieschadevergoeding toegekend en € 15.000 aan shockschadevergoeding. De (ex-)partner heeft het slachtoffer levenloos en vastgebonden aangetroffen op de grond in zijn woning.

Strafrecht. Veroordeling voor moord op en zware mishandeling van partner. Aan de ouders van het slachtoffer wordt elk een bedrag van € 20.000 aan affectieschade- en € 20.000 shockschadevergoeding toegekend. De ouders zijn via de telefoon getuige geweest van (de aanloop naar) het overlijden van hun dochter. Ze hebben tot in de middag in onzekerheid verkeerd over wat er met hun dochter was gebeurd, tot het moment dat haar lichaam werd gevonden.

Toewijzing voorlopige getuigenverhoren. Uitzendkracht valt tijdens schilderwerkzaamheden van een ladder van vier meter hoogte op de grond. Direct na de val viel hij flauw en als gevolg van de val heeft hij hoofdpijn, pijn aan zijn onderrug en een grote snede in zijn hoofd opgelopen. De materiële werkgever geeft aan dat de aansprakelijkstelling is gericht aan de verkeerde partij en de formele werkgever reageert niet op de aansprakelijkstelling. Om duidelijkheid te verkrijgen omtrent onder andere de toedracht van het bedrijfsongeval, wenst de uitzendkracht drie personen als getuigen te horen.

Bij een verwarmingsmonteur wordt mesothelioom geconstateerd als gevolg van blootstelling aan asbest op de werkplek. De rechtbank acht de werkgever aansprakelijk voor de schade. De werkgever komt in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank. In hoger beroep gaat het om de vraag of sprake is van causaal verband tussen de blootstelling aan asbest tijdens de werkzaamheden bij de werkgever en de ziekte van de werknemer. Het hof komt tot het oordeel dat de werknemer gedurende zeven jaar intensief aan asbest is blootgesteld en dat niet is komen vast te staan dat de werknemer op andere plekken aan asbest is blootgesteld. De rechtbank heeft de arbeidsrechtelijke omkeringsregel niet onterecht toegepast. Het beroep van de werkgever op toepassing van het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid wordt afgewezen, nu geen andere oorzaak voor het ontstaan van de ziekte is komen vast te staan. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.

Na plaatsing van een koperspiraal raakt de vrouw ongewenst zwanger en stelt zij de huisarts aansprakelijk. Aan het meermalen gedane verzoek om een echo te laten maken, is geen gehoor gegeven. De vrouw vordert in deze procedure inzage in de verklaringen van de huisarts en de assistente ex artikel 843a Rv. Ondanks dat aan de voorwaarden van artikel 843a lid 1 Rv is voldaan, wijst de rechtbank het verzoek af op grond van de belangenafweging ex artikel 843a lid 4 Rv. De verklaringen van de huisarts en de assistente tegenover de zorgverzekeraar vallen onder gedachtewisselingen.

Tussenvonnis benoeming deskundige internist in medische-foutzaak waarin onder andere de vraag voorligt of de patiënt met niersteen en buikpijnklachten (eerder) moest worden geïnformeerd en/of worden doorverwezen naar een uroloog.