Vordering tot opheffing vervangende hechtenis in kort geding afgewezen. Vonnis van de strafrechter is onherroepelijk geworden. CJIB heeft ruime beleidsvrijheid bij de tenuitvoerlegging van dit vonnis. De stelling van eiser dat hij in betalingsonmacht verkeert, leidt niet tot het oordeel dat de tenuitvoerlegging onrechtmatig is. Dat eiser nadelige gevolgen ondervindt van zijn detentie, is daaraan inherent, en die nadelige gevolgen komen voor zijn eigen rekening en risico. Geen immateriële schadevergoeding gevorderd.
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 21-09-2018