Naar boven ↑
7.468 resultaten

Rechtspraak

PS 2016-0324

Zorgverzekeraars/Zorgaanbieders - PIP borstprothesen

De onderhavige procedure is aanhangig gemaakt door 21 zorgverzekeraars. Deze zorgverzekeraars hebben uitkeringen gedaan aan bij hen verzekerde patiënten die een borstoperatie hebben ondergaan, waarbij een borstprothese van het merk Poly Implant Prothèse (hierna: PIP) is ingebracht. Gedaagd zijn 27 zorgaanbieders. De kern van het geschil spitst zich toe op de vraag of de schade die het gevolg is van de ongeschikte implantaten dient te worden gedragen door de patiënt, althans de zorgverzekeraar van de patiënt, dan wel door de zorgaanbieders. De zorgverzekeraars achten de zorgaanbieders primair op grond van artikel 6:74 jo. artikel 6:77 BW aansprakelijk voor de schade geleden door de patiënten die hersteloperaties hebben ondergaan. Artikel 6:77 BW bepaalt dat, indien bij de uitvoering van een verbintenis gebruik wordt gemaakt van een zaak die daartoe ongeschikt is, de tekortkoming die daardoor ontstaat de schuldenaar wordt toegerekend, tenzij dit, gelet op inhoud en strekking van de rechtshandeling waaruit de verbintenis voortspruit, volgens de in het verkeer geldende opvattingen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk zou zijn. De rechtbank heeft dat laatste het geval geacht. Toerekening is volgens de rechtbank onredelijk omdat de zorgaanbieders een inspanningsverplichting hadden en zij volgens de rechtbank op het CE-keurmerk mochten vertrouwen, terwijl er geen aanwijzingen waren dat de veiligheid van de implantaten niet deugde.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 20-01-2016